Dossier: NJP-voorzitter Kelvin Koniki: ‘Het is tijd om op onze strepen te staan’ – Parbode Sneak Peek
Aan argusogen hebben onze politici geen behoefte, aan een jonge achterban des te meer. Zowel het een als het ander vinden ze in het Nationaal Jeugdparlement, dat sinds zijn ontstaan in 2004 wordt beschouwd als kweekvijver voor politici. Voorzitter Kelvin Koniki heeft er genoeg van.
Een gesprek met Kelvin Koniki is als een gesprek met een ervaren politicus. Hij kiest zijn woorden zorgvuldig uit, streeft naar diplomatie en schuwt geen strenge uitspraken. Desondanks blijft hij een jongere in de leerstoel, maar wel eentje met een duidelijke visie. Samen met de 28 leden van het Nationaal Jeugdparlement (NJP) bewaakt en controleert de 24-jarige Koniki het huidig jongerenbeleid.
Sinds zijn aantreden als voorzitter in 2017 heeft het jeugdparlement al heel wat controverse veroorzaakt. De verkiezing van de Caricom-jeugdambassadeurs was de start van een reeks discussies tussen het NJP en het ministerie van Sport- en Jeugdzaken, onder bewind van minister Lalinie Gopal. De twee partijen vonden geen gulden middenweg. Dus zag Suriname het voorzitterschap van de Caricom-jeugdambassadeurs aan zijn neus voorbij zag gaan, een positie die ons na zeventien jaar ten deel zou vallen.
De relatie tussen het NJP en het ministerie van Sport- en Jeugdzaken staat al geruime tijd onder druk. Waarom is het nog steeds niet gelukt de strijdbijl te begraven?
“De manier waarop de jeugdambassadeursverkiezingen door het ministerie werd aangepakt, is niet eentje waar we ons als jeugdparlement in terug kunnen vinden. We eisten transparantie over het verkiezingsproces en hebben voorgesteld een observator aan te stellen die daarop moest toezien. Het ministerie ging daar niet mee akkoord. Daarnaast stonden we er sterk achter dat het ministerie geen jongeren mag uitsluiten van deelname aan de verkiezingen, maar meer nog dat onze besluiten, aangenomen door de meerderheid van het NJP, niet zo makkelijk van tafel geveegd moeten worden.
Ik zie de verkiezingen van de jeugdambassadeurs als een van de hoogtepunten in mijn voorzitterschap. Het is vrij uitdagend, maar er wordt duidelijk gewerkt aan het bestaansrecht van het NJP.”
In een open brief stelde u eind vorig jaar de vraag of het NJP alleen maar als lippendienst fungeert. Eerder sprak u ook al van symbolische politiekvoering. Gelooft u nog wel in zijn bestaansrecht?
“Ja, maar we moeten de denkrichting en werkwijze van het NJP verscherpen. In het staatsbesluit over het NJP (10 januari 2017, No.2) is duidelijk aangegeven dat jongeren via het jeugdparlement de ruimte krijgen om te participeren op bestuurlijk niveau. Dit recht moet dan ook ten volle tot uiting komen. We verwachten dat we de rapporten uit de Nationale Assemblée (DNA) toegestuurd krijgen, zodat we daarover kunnen discussiëren en erop kunnen inspelen. We gaan er niet vanuit dat al onze aanbevelingen worden meegenomen, maar nu worden onze besluiten volkomen genegeerd. Het moet voor iedereen duidelijk zijn waar het NJP voor staat, wat haar taken zijn, hoe het te werk gaat en waar zijn grenzen liggen.
Het NJP neemt dingen serieus. Het is tijd om op onze strepen te staan. We moeten de jongeren, die ons in het jeugdparlement hebben gezet, laten zien dat ons instituut één is waar je kan aankloppen. Als je een probleem hebt, kom bij ons. Wij voeren de gesprekken met hogerhand, zodat we mogelijke oplossingen krijgen. Ik heb niet gezegd dat we een ‘ja’ krijgen, wel dat we ervoor zullen vechten. Het is ook niet allemaal negatief. We zien ook wel dat er stappen worden ondernomen, die zien we dan terug in de beleidsuitvoering.”
Heeft u daar een concreet voorbeeld van?
“We hebben mede invulling gegeven aan het actieplan tegen kinderarbeid. De samenwerking met de Nationale Commissie Uitbanning Kinderarbeid verliep heel goed. Zij hebben van begin af aan gevraagd om onze ondersteuning. Zo hebben we voorgesteld de leerplicht te verruimen. Ook vanuit het ministerie van Sport- en Jeugdzaken worden we ingezet, maar als het neerkomt op invulling van het beleid, dat waarvoor het NJP is geïnstalleerd, is er nog niet echt sprake van…”
Respect?
“Er is een tekort aan respect, ja. Normaliter valt het NJP rechtstreeks onder het bewind van de president, maar omdat hij het druk heeft met andere werkzaamheden worden we gefaciliteerd door het vakministerie Sport- en Jeugdzaken.
Zij zetten ons in op sportdagen en evenementen en als er conferenties zijn, worden we er meestal ook bij betrokken, maar dat zijn additionele zaken. Onze kerntaak is het geven van inhoudelijke input op nationale beleidsvorming. Dat wordt niet door iedereen gerespecteerd.
Er wordt vaker gezegd dat we onze plaats moeten kennen, onder andere het ministerie van Sport- en Jeugdzaken munt op het feit dat we niet getraind zijn. Dat is waar, maar als het ministerie vond dat we zo nodig getraind moesten worden, was dat al lang gebeurd.”
Is er sprake van partijpolitiek binnen het NJP?
“Nee. Maar als jeugdparlementariër kan je op eigen titel deel zijn van een politieke partij, er is geen wet of statuut die dat verbiedt. Het heeft wel invloed op je prestaties als jeugdparlementariër. Daarom raad ik zo’n combinatie ook altijd af.”
U bent niet aangesloten bij een politieke partij?
“Nee. Ik heb ervoor gekozen om geen koppeling te maken met politieke partijen. Dat doet me goed, het zorgt ervoor dat ik het werk in alle rust kan doen. Ik draag verantwoordelijkheid voor mezelf en het instituut, een politieke partij zou me alleen maar afleiden.
Het is mijn streven om het NJP naar grotere hoogte te tillen en al verschilt het in manier en motivatie, ik denk dat alle leden het NJP een imago willen geven waar mensen, en vooral jongeren, zich in terug kunnen vinden.”
Het NJP staat al sinds haar oprichting bekend als een kweekvijver voor politici?
“Het NJP is een platform waar jongeren op democratische wijze worden gekozen. Je hebt eenaantal stemmen nodig om jeugdparlementariër te worden. Paramaribo telt bijvoorbeeld negen zetels, de eerste negen kandidaat-jeugdparlementariërs met de meeste stemmen worden gekozen. Als je lid wordt, betekent dit dat je een draagvlak hebt. Politieke partijen proberen leden van het NJP te beïnvloeden om zo hun achterban onder jongeren te creëren of vergroten. Je komt er niet makkelijk onderuit. De kunst is om als jeugdparlementariër helder te blijven. Als je je bewust bent van je taken, is de kans tot beïnvloeding kleiner. Wie nadien die stap wil maken naar de politiek, is daar vrij in. Maar die twee functies proberen te combineren zal altijd invloed hebben op je werk als jeugdparlementariër.”
Lees het hele artikel in de juni-editie van Parbode.