Bondscoach Dean Gorré: ‘Ik heb geen herinneringen van mezelf zonder een bal’ – Parbode Sneak Peek
Dean Gorré is sinds 1 juli 2018 bondscoach van ons nationaal voetbalelftal. De keuze van de Surinaamse voetbalbond voor Gorré (48) kwam indertijd niet bij eenieder positief over. Velen vroegen zich af waarom het aanbod naar een ‘buitenlander’ was gegaan. “Ten eerste ben ik geen buitenlander, ik ben hier in Suriname geboren en ben altijd een Surinamer geweest. Ik vind het raar, dat als ik met mijn cv hier kom, dat ik niet met open armen wordt ontvangen”, reageert de voormalige profvoetballer.
Tekst Shanna Vasilda
Dean Gorré is op 10 september 1970 geboren in het Academisch Ziekenhuis, en groeide op aan de Drambrandersgracht. Daarvan herinnert hij zich niks meer, want toen hij twee jaar oud was, vertrok hij met zijn ouders en broer naar Hoogvliet, Rotterdam. In die havenstad bracht Dean een groot deel van zijn leven door en is zijn historische voetbalcarrière gestart. Het voetballen kwam niet uit de lucht vallen, want vader Frank Gorré, was Surinaams voetbalinternational. Vanwege een blessure kwam de voetbalcarrière van Frank tot een abrupt einde en besloot hij een nieuw leven te starten in Nederland. Daar werkte hij als elektricien, terwijl moeder Gorré thuis bleef en op de drie kinderen lette; er was inmiddels een dochtertje bij gekomen. Echtpaar Gorré is intussen al elf jaar terug in Suriname, gevolgd door Deans jongere zus en sinds kort heeft ook Dean hier zijn thuis gevonden. Op de vraag hoe zijn liefde voor voetbal is begonnen, zegt hij lachend: “Sinds ik kon lopen eigenlijk, ik heb geen herinneringen van mezelf zonder een bal.”
Dean Gorré woont nu officieel in Suriname en wordt vaak bezocht door zijn vrouw Magali en jongste zoon Aidan. Zijn middelste zoon, Quinten, heeft hem nog niet kunnen opzoeken sinds hij bondscoach is en zijn oudste zoon, Kenji, kan niet zo makkelijk reizen, omdat ook hij profvoetballer is. Hij heeft tien jaar lang voor de jeugd van Manchester United in Engeland gespeeld, en speelt nu in de hoogste divisie van Portugal.
Feyenoord versus Ajax
Dean maakte zijn voetbaldebuut op twaalfjarige leeftijd bij SVV Schiedam, toen een eerste divisieclub. Vier jaar later kreeg hij daar zijn eerste profcontract, en een jaar daarna maakte hij zijn elftal debuut. “Het was een geweldig gevoel, ik was wel een klein, dun, onervaren mannetje. Maar doordat het niveau niet zo hoog was en met het talent dat ik had, deed ik het gewoon heel goed. Ik weet niet eens meer tegen wie we de eerste wedstrijd hebben gespeeld toen, zelfs niet wat de uitslag was; ik weet wel dat ik een paar goeie acties had gemaakt en dat vanaf die dag mijn wereld was veranderd.” Dat was werkelijk zo, vanaf dat moment wist iedereen wel wie Dean Gorré was, en nog vier jaar later werd hij gekocht door voetbalgigant Feyenoord. In zijn eerste voetbaljaar bij Feyenoord, 1992-1993, mocht hij direct spelen en scoorde hij een beslissend doelpunt. “Dat was het jaar waar Romario mij nog een tientje voor schuldig is”, zegt hij lachend. Feyenoord speelde tegen PSV, Romario scoorde toen de 0-1 voor PSV. Vlak voor het einde zei de Braziliaanse superster: ‘Hé Gorré, jullie gaan verliezen. Wedden voor een tientje?’. “In de blessuretijd was het stadion stil en in de laatste paar seconden scoorde ik het verlossende doelpunt dat ons bracht naar 1-1. De hele De Kuip explodeerde zowat, het was niet normaal; iedereen was aan het juichen en aanmoedigen, omdat door dat doelpunt in de 92ste minuut, Feyenoord toch nog de kans had om landskampioen te worden. Na twee wedstrijden hebben we die titel werkelijk naar huis mogen brengen.” Er is een Youtubefilmpje waarin wat dyugudyugu te zien is na die schitterende wedstrijd? “Ja”, vertelt Dean enthousiast, “Van Breukelen, de PSV-keeper, die vond dat de wedstrijd al afgefloten had moeten zijn, en daar reageerden de fans op. Maar het was gewoon blessuretijd.” Dean mocht dus terugkijken op een succesvol debuutjaar in Rotterdam-Zuid. In zijn derde jaar bij Feyenoord werd hij door de coach te weinig naar zijn zin ingezet. “Ik nam geen genoegen met een plaats op de bank, dus ik wilde weg.” Hij werd verkocht aan FC Groningen, een middenmoter, zoals hij zelf zegt, en heeft daar twee hele goede jaren gehad. Vervolgens kreeg hij een contract van vier jaar bij Ajax. Bij de Amsterdammers won hij in zijn eerste jaar zowel de Beker als het landskampioenschap en in de bekerwedstrijden was hij topscoorder. Hij speelde met topspelers zoals Michael Laudrup, de broers Frank en Ronald de Boer, Danny Blind en keeper Edwin van der Sar. Met Ajax spelen was natuurlijk een grote stap vooruit, vergeleken met FC Groningen, maar het was ook heel eng vanwege de historische rivaliteit met Feyenoord. Hoe was dat eigenlijk, als Feyenoord-kweek voor Ajax spelen? “Het was heel erg voor mij als rasechte Rotterdammer. Ajax en Feyenoord, dat was water en vuur, de Rotterdamse supporters zagen me als een verrader. Ze zijn heel fanatiek, waardoor ik me niet veilig voelde om in mijn eigen stad rond te wandelen met mijn toen nog jonge kinderen. Die wedstrijden waren de engste die ik heb meegemaakt. Tijdens de eerste wedstrijd tegen Feyenoord was ik in het begin op de bank, waarna ik op de baan moest gaan warm lopen. Ik kreeg een vreselijke scheldserenade te horen, ze noemden me overloper, vuile, vieze kankerjood. Het was echt eng. Op een gegeven moment gooiden ze met van alles naar mijn hoofd, zoals rijksdaalders, guldens en ingevroren chocoladerepen. De munten (tijdens WO-II ontvingen ‘jodenvangers’ een rijksdaalder, red.) raapte ik wel op, natuurlijk! Ik wist wel dat er tegenstand zou zijn, maar ik wist niet dat het zo erg was; ik dacht dat er wel een beetje respect zou zijn, maar dat bestond niet; het was gewoon echt haat. Als ik nu door Rotterdam loop, herinneren ze me wel aan de mooie dingen.”
Lees nog veel meer in het julinummer van Parbode