FayaLobi: Sappig
Sinds de herintrede in Suriname van de Mexicaanse griep, oftewel het Influenza A (H1N1) griepvirus, hebben de fruitverkopers een goede klant aan mij. Want als je genoeg fruit en groente eet, heeft het virus er een harde dobber aan je te verslaan. En nee, vitaminetabletjes voldoen niet, want die bezitten bepaalde nutriënten niet die wij broodnodig blijken te hebben om gezond te blijven.
Tekst Christa Sluisdom
En groenten eet ik natuurlijk ook, maar die kook ik altijd. Ik koop dus dagelijks fruit, want mi nanga Influenza n’e moksi, èn un n’e koti; het gaat met een grote bocht om mij heen en wij kruisen elkaars pad niet. Dat is tenminste wat ik beoog! Bacove, pompelmoes, sterappel, manja, rambutan, zusterdruif, papaja, pommerak, niets is veilig voor mij. Ik heb zelfs een fruitverkoopster ontdekt in het centrum van Paramaribo die fruit van haar eigen erf verkoopt tegen zeer redelijke prijzen. Ik vroeg haar: ‘maar waar woon je dan?’. Ik kon mij nauwelijks voorstellen dat zij zoveel verschillende vruchtbomen op haar erf had staan. Ze noemde de naam van een plaats die 45 minuten van Paramaribo verwijderd is. Ja, daar hebben ze nog grote percelen wist ik. Ik dacht met weemoed terug aan het erf van mijn jeugd. Wij hadden een pommerakboom uiterst links achter op het erf waarin ik soms klauterde toen ik een jaar of twaalf was. Alle meisjes klommen toen weleens in bomen. Het hoorde gewoon bij je jeugd. We hadden lange birambi, ronde birambi, fransmanbirambi (stervrucht) en een manjaboom die langs het kanaal stond dat de rechtergrens van het erf vormde. Op het erf stonden een lemmetjeboom en een mandarijnboom en bij de ingang een dwergkokospalm. Wat een paradijs was dat. En net naast onze schutting aan de linkerkant van het erf was er een weiland. Daar stond een dyamuboom. Naast de hopen dyamu’s die we gewoon zo opaten, dronken we heerlijke dyamuwijn, die mama zelf had gemaakt. Zelfs de busipapaya die op het erf stond werd volop benut. Er werd gewoon zwarte thee van de bladeren getrokken. We hebben midden jaren 80, toen alles schaars was, daarvan gretig gebruikgemaakt. Ik dacht vanmorgen terug aan dat kinderparadijs toen ik mijn kleindochter en nichtje een sterappel gaf voordat ze naar school en naar het werk gingen. En toen ze weg waren haalde ik de moeder van alle sterappels tevoorschijn en verorberde het met smaak. Het sap droop langs mijn kin en mijn lippen zaten vol met tara. Maar het kon me niets schelen. Het was heerlijk!