Bori Tori: ‘Selamatan’ – Parbode Sneak Peek
Dwalend door de middeleeuwse kronkelsteegjes van de Madrileense binnenstad, begon haar ergernis om te slaan in paniek. Ze was een van de weinigen die zich in de zomerhitte op straat waagde. In augustus vluchtte half Madrid altijd naar het strand aan de zuidkust. Was er dan werkelijk niets te vinden dat maar enigszins leek op de lostu die haar in bedwang hield?
Door Welmoed Ventura
De Latijns-Amerikaanse winkeltjes die her en der gevestigd waren boden geen soelaas. Allerhande bonensoorten, Dominicaans bier, zoete lekkernijen gemaakt van melk met suiker, zowaar heuse kousenband, maar geen specerijen als kencur of laos. De Spaanstalige Cariben – ook al liggen ze in dezelfde regio als Suriname – serveerden niets wat ook maar leek op het gerecht waar Sari zo’n trek in had. Zelfs in de sporadisch te vinden Aziatische toko kon ze de juiste ingrediënten niet bij elkaar kopen om het zelf te bereiden. De Thaise toko verkocht wel tahoe. Pindasambel of gekruide ketjap zoals ze die gewend was, ver te zoeken.
En de Chinese keuken kon niet eens als surrogaat dienen om haar lostu tot kalmte te manen: zodanig aangepast aan de Spaanse smaak dat ze na haar eerste ervaring meteen was afgehaakt. Dan was de Spaanse keuken toch veel lekkerder. Wat dat betreft was Sari dan wel weer ingeburgerd: paella met schelpen en inktvis of een broodje pittige chorizo, zou ze niet versmaden. Die smaken maakten haar zo gelukkig dat ze zich zowaar een beetje geworteld waande in Spanje. Ze wilde na haar studie zelfs nog wel een paar jaren in Madrid blijven werken.
Toen kwam dat bericht dat haar stemming plotseling op de kop zette. Hoewel droevig, was het niet smartelijk. Gewoonweg de natuur. Maar toch, het knaagde eventjes met scherpe tanden aan haar wortels. Zoete maar gepeperde herinneringen kwamen boven. Blote voeten in de regen dansend, moddersporen over het voorbalkon, van jeans gemaakte hangmat met een hoopje mens erin en van kruiden doordrongen keukenlucht. Sari kon niet afreizen, dat was onbetaalbaar van haar studiebeurs. Bovendien had ze tentamens.
Maar haar smaakpapillen lieten Sari niet met rust. En steeds verschenen die beelden. Op klaarlichte dag, in de weerspiegeling van de busruit, in de etalages, leek het of Sari haar zag. In de trekken van haar eigen profiel. Dan kwam die trek: ze moést dit eten. Ter afscheid, omdat Sari niet naar Suriname kon afreizen om de laatste eer te bewijzen.
Het hele artikel is te lezen in de septembereditie van Parbode.