Voorwoord: Dalaskowtu
In vroegere tijden was een rijksdaalder het standaardbedrag dat men van de politie ontving voor een tip. Daarom werd een tipgever al gauw gedoopt tot dalaskowtu. Decennia later staat de uitdrukking ‘y’e dala mi’ nog altijd voor ‘je hebt me verraden’. Een logisch gevolg van de negatieve lading die al dat geklik kreeg.
Ook in het huidige Suriname is het geen sinecure om openlijk tipgever of klokkenluider te zijn. De modus operandi van de tegenpartij is in het algemeen namelijk de klokkenluider criminaliseren en esi nanga gaw het schandaal verbergen met alle beschikbare bagger uit de Surinamerivier. Een paar poclains zand erover en iedereen is alles vergeten. Op naar de volgende verdwijntruc. Denk maar aan de Bosjebruggen, de Naschoolse Opvang en de Surinaamse Postspaarbank, om maar een paar corruptiedwarsstraten te noemen.
Vooralsnog zullen klokkenluiders hun heil moeten zoeken in de Anti-Corruptiewet, een papieren tijger die op 1 september 2017 werd aangenomen. Daarin zijn weliswaar regelingen doorgevoerd om deze groep te beschermen, maar melders moeten zich wel met naam en adres identificeren bij een commissie die een geheimhoudingsplicht heeft. Die commissie is er overigens nog niet, omdat een staatsbesluit nog niet is geformaliseerd. Surinaamse klokkenluiders zullen sowieso nog steeds als de dood zijn om naar buiten te treden. Het is immers altijd de boodschapper die als eerste aan de hoogste kankantri wordt opgehangen.
Hoe dan ook, het zijn bloedstollende tijden voor functionarissen die in de afgelopen periode geheime informatie op straat hebben gedumpt. ‘Als klokkenluider neem je enorme risico’s, terwijl niemand je gaat beschermen. Je bent een vogel in het jachtseizoen. Elk moment kan je worden neergeschoten’, zei een anonieme klokkenluider tegen onze redactie. Hoog tijd dus om te zorgen dat klokkenluiders geen aangeschoten wild worden, maar een beschermde diersoort.