Vizier op Suriname: de risico’s van ons geldwezen – Parbode Sneak Peek
Tegenwoordig zijn terroristen niet makkelijk te herkennen. Ze heten namelijk niet meer Osama bin Laden, maar Jan, Kenneth of John. Dat zei Robert-Gray van Trikt, governor van de Centrale Bank van Suriname, op een recente discussieavond van de Kenniskring, over het belang van een National Risk Assessment (NRA).
Tekst Renate Sluisdom
Na medio volgend jaar moet Suriname een succesvolle NRA hebben uitgevoerd van alle actoren in het land. Met name binnen witwassen en financiering van terroristen. Eind 2020 wordt Suriname op grond van de NRA door de Caribbean Financial Action Task Force (CFATF) geëvalueerd in een vierde Mutual Evaluation Report, MER. Die evaluatie geschiedt op basis van veertig aanbevelingen.
Volgens Van Trikt is de vraag voor risk assessments wereldwijd al begonnen in 1969, na het afluisterschandaal in de VS, dat uitmondde in de Watergate-affaire. Toen ontstond voor het eerst de behoefte aan systemen om te kunnen achterhalen welke weg bepaalde topinformatie had afgelegd. Door de jaren heen kwamen er als interessegebieden drugsbestrijding en terrorismefinanciering bij. Vanaf Suriname in 1998 toetrad tot de CFATF, is het bekend dat ons land zich moet onderwerpen aan een veertigtal aanbevelingen.
Van Trikt benadrukt hiermee dat de ‘eis’ van de CFATF niet recent is, en spreekt er zelfs zijn verwondering over uit dat er de laatste twintig jaar zo weinig aan gedaan is. “Als we niet op tijd voldoen aan een complete NRA, zal Suriname op een lijst met Noord- Korea, Sudan, Venezuela komen te staan”, waarschuwt Van Trikt. Een lijst die de CBvS-governor eufemistisch een grijze lijst noemt, maar door onder meer Jennifer van Dijk-Silos, gewoon als blacklist wordt getypeerd. Wanneer Van Dijk, die als toehoorder deelneemt aan de discussie, aan het woord komt, wordt er een veel slechter beeld geschetst: Suriname loopt serieus kans om volledig geïsoleerd te worden.
Het hele artikel lees je in de oktobereditie van Parbode.