Bori Tori: Na een feest – Parbode Sneak Peek
Nadat hij zijn AMS-diploma had gehaald, vertrok mijn vader naar Nederland om verder te leren. Eind jaren zestig had hij zijn papieren op zak én een gezin. Samen met andere gezinnen gingen wij met de boot, de Oranje-Nassau, terug naar Suriname. Mijn vader had twee kanten. Voor mati’s en familie was hij een gevoelige dreigiman met een bulderende lach. Op zijn werk werden zijn bevelen zonder tegenspraak uitgevoerd. Maar als het om zijn meisje ging, veranderde hij in een bewaker die de bankkluis als een havik in de gaten hield.
Tekst Mariam Lo Fo Wong
Op mijn liefdespad als AMS-meisje speelde mijn vader een hoofdrol. Eens liep een popi boi op weg naar de AMS voorbij ons huis. Hij had bruine ogen met iets droevigs erin. Zijn stem was laag en zangerig. Hij had een verend loopje alsof hij naar de dansvloer liep. Mijn vader zei altijd: ‘Vóór je die jongen ziet, zie je eerst zijn sigaret’. Ik begreep zijn boodschap: ‘Dit is geen jongen voor jou’.
Ik was in de ogen van mijn vader een slim meisje. De warmte in zijn stem nam toe in de tori’s over mij. Hij was trots dat ik was gesprongen vanaf het mulo naar de AMS. Maar…, dit AMS-meisje wilde niet alleen leren, ze wilde ook uitgaan en dansen!
In het derde jaar mocht ik uit met mijn AMS-boi. “Een nette jongen haalt je op een respectabele tijd op en brengt je op tijd weer terug”, waren de instructies van mijn vader. Maar welke disco begint om acht uur? Ik wilde graag dansen in discotheek Touché, had gehoord dat het pas vroeg in de ochtend span was.
Ik had mijn boi instructies gegeven: vroeg ophalen, niet toeteren en netjes groeten. Mijn boi flaneerde zaterdagavond ons huis binnen.
Het hele artikel lees je in de oktobereditie van Parbode.