Rappa: Lala – Parbode Sneak Peek
Het woord hierboven leerde ik al vroeg kennen. De dienstvrouw van ons was wat aan de gemakzuchtige kant, dus als ze de betegelde keuken en eetkamer de finale dweilbeurt voor de dag gaf, deed ze dat met dweilwater waarmee ze zowat het hele huis gedweild had, in plaats dat ze die ouwe troep weggooide, de dweil goed spoelde en met vers water en een fikse scheut creoline daarin ging ‘afdweilen’.
Mijn moeder werd dan boos en zei snibbig: ‘Fiene (die mevrouw heette Josefien, maar ze werd ‘vrouw Fiene’ genoemd), ga die keuken en die eetkamer opnieuw dweilen, alles ruikt zo lala’. En inderdaad, het was een weeïge, onfrisse geur die daar hing. Dat woord vond ik leuk klinken en zo bleef het, gekoppeld aan die geur, bij me hangen: lala, uitgesproken met tweemaal een korte (a).
Lala betekent zoveel als ‘rauw, ongekookt, niet fris ruikend’, maar betekent ook ‘volbloed, onvervalst, echt’. Toen Chuanita op een schoolfuif weigerde te dansen met een goed uitziende jongen, vroegen haar vriendinnen haar verbaasd waarom, want ze had niet lang daarvoor een lekkere slowplaat met hem gedanst. ‘Zeker heeft hij je zo even te heftig geschuurd (pet gedanst)’, merkte eentje op. ‘Was dat maar waar’, zei Chuanita, ‘In plaats daarvan zat hij constant met me te praten, geen probleem daarmee, maar z’n mond rook zo lala. Bah, bijna mi braak’.
Als ik met mijn vriend naar de Centrale Markt ging (we deden voor onze respectieve moeders de zaterdagse inkopen), ging hij nooit de vlees- en vishal in. Hij zei: ‘Ik kan niet tegen die geur van lalafisi (= rauwe vis)’. Het deeg waaruit bijvoorbeeld de bekende puntbroodjes worden gebakken, wordt heel toepasselijk ‘lalabrede’ (rauw brood) genoemd. Je zou het soortgelijke deeg waaruit de roti’s worden uitgerold, dan ook ‘lalaroti’ kunnen noemen.
Het hele artikel lees je in de novembereditie van Parbode.