Met los’losi en bor’bori naar een elfjarige basisschool
Hiep, hiep, hoera, de elfjarige basisschool is eindelijk echt in aantocht! Onderwijsminister Ferrier vertelt in dagblad de Ware Tijd dat het mulo-onderwijs geïntegreerd zal worden met de nieuwe basisschool, en op termijn helemaal zal verdwijnen. Wat de minister in dat artikel niet zegt, is dat ook de lbgo- en lts-onderbouw wordt geïntegreerd. Dat wil zeggen dat het onderwijs in de hoogste klassen van die nieuwe basisschool nooit op mulo-niveau kan zijn. Bij klassikaal lesgeven, zal het onderwijs zich in de praktijk richten naar de zwakkeren in de groep. Elke ervaren leerkracht kan dat beamen. Wat ze ook niet zegt, is wat er na de elfde klas te wachten staat.
Tekst Renate Sluisdom
Ferrier geeft twee argumenten ter onderbouwing van het nieuwe schooltype: ten eerste blijven kinderen in de eerste klas zitten met een 5 voor schrijven, en ten tweede krijgen kinderen in de zesde klas veel te moeilijke hoofdrekensommen op de toets. Wat hebben schrijfcijfers van de eerste klas, en te moeilijke hoofdrekensommetjes in de zesde klas te maken met het verlengen van een basisschool? Welk argumentatieschema je hierop ook loslaat; de logica en de ratio ontbreken, om het maar even in Ferriers eigen woorden te zeggen.
Maar helemaal onbegrijpelijk is dat niemand de minister confronteert met de elephant in the room: sinds juli 2011 staan de media er bol van, in oktober van dat jaar zou, gefaseerd, de elfjarige basisschool al van start gaan. Want nog eerder, in 2004, was het onderwijsvernieuwingsproject BEIP in samenwerking met onder meer het Nederlandse kenniscentrum SLO gestart met het schrijven van een curriculum voor het nieuwe onderwijstype. Dat curriculum was toen al niet bepaald volledig, zo stelde Edwin Marshall in een kritisch artikel. Des te onbegrijpelijker is het dat bijna negen jaar verder onze minister van Onderwijs de invoering van het elfjarige schooltype linkt aan zaken als een 5 voor schrijven en te moeilijke hoofdrekensommen, in plaats van in te gaan op de vele tekorten die in ieder geval door Marshall zijn geconstateerd.
Het kan natuurlijk zijn dat de drie laatste jaren gaan functioneren als een driejarige brugklas, om het kiezen van een beroepsrichting nog even uit te stellen voor leerlingen, zoals wereldwijd steeds vaker gebeurt. Het zou niet zo vreemd zijn dat wij ons conformeren aan deze internationale nieuwe ideologie. Maar waarom zou de minister dat niet gewoon vertellen? Het zou goed passen in haar theorie van meegaan met de tijd en de regio. Het heeft er veel van dat de minister niet precies weet waarover ze het heeft. Ze snapt duidelijk niet welk argument ze zou moeten gebruiken voor een dergelijke drastische verandering van ons onderwijssysteem. Ze praat over los’losi en bor’bori.
Dit artikel lees je in de novembereditie van Parbode.