Familiegeschiedenis Tammenga’s: vanuit het hoge noorden naar het warme westen – Parbode Sneak Peek
Meerdere plaatsen in Suriname hebben een duidelijke verwijzing naar Nederland. Zo ook Groningen, dat zijn naam ontleent aan een noordelijke Nederlandse provincie. De Nederlandse Groningers noemen dit ’t Hoge Land, een vlak landschap waar je kilometers ver over weilanden kan uitkijken. Hier kwam een van de eerste buru-families vandaan, de familie Tammenga.
Tekst Tom Roggen
De naam van de hoofdplaats van Saramacca, Groningen, is niet afkomstig van de Groningse kolonisten die naar het gebied trokken. Tussen de vele kolonisten die in 1845 op plantage Voorzorg aankwamen, waren er geen ‘Hollandse’ Groningers te bekennen. De plaatsnaam Groningen bestond al vele jaren voordat de eerste ‘Hollandse’ Groninger voet aan wal zette in Saramacca. Zo’n zestig jaar daarvoor, op 22 december 1784, zette Jan Gerhard Wichers voet aan wal in Paramaribo.
Hij kwam aan op de oude steigers van het stadje, die nog steeds te vinden zijn aan de Waterkant. Van hieruit kon hij zo naar zijn paleis lopen, want hij was benoemd tot gouverneur van Suriname. Tegen het einde van zijn bewind liet hij een aantal militaire posten en forten bouwen aan de Saramaccarivier. Een van deze forten noemde hij naar zijn geboorteplaats: Groningen.
De eerste geboren ‘Hollandse’ Groninger die vanaf de boerenkolonisatie aan land kwam in Saramacca was Jan Harms van Dijk in 1846, blijkt uit informatie op de website boeroes.nl. Hij behoorde niet tot de groep kolonisten die zo verschrikkelijk had geleden na hun aankomst in Voorzorg. Hij was militair en waarschijnlijk in die hoedanigheid in Suriname terechtgekomen.
Jan trouwde met een van de oorspronkelijke kolonisten: Hendrika Haselhorst. Ze kregen een aantal kinderen, maar de blijdschap van het gezin mocht niet lang duren. Jan Harms van Dijk overleed en zijn vrouw en kinderen trokken terug naar Nederland. Daarmee zou de geschiedenis van de ‘Hollandse’ Groningers in het Saramaccaanse Groningen tot haar einde zijn gekomen. Ware het niet voor ene Henderijkes Jacobs Tammenga.
Het hele artikel lees je in de novembereditie van Parbode.