Dobbelen bij omu: ‘Collectieve gokverslaving compleet uit de hand gelopen’ – Parbode Sneak Peek
De Suribet-gokkantoren hebben zich als een olievlek verspreid. In Paramaribo vind je ze op elke hoek van de straat terug, in de omliggende woonwijken ligt naast elke supermarkt tegenwoordig ook een gokloket. Hoelang houden we dit nog vol?
Tekst Bengt Dirksen
Donderdag, negen uur ‘s avonds. Het Suribet-gokkantoor aan de Anamoestraat, vlakbij het Savannah Casino in Paramaribo-Noord, zit stampvol. Zo’n twintig mensen zitten naast elkaar, elk voor een computer. Aan de muur hangen grote beeldschermen met uitslagen van roulette, skinfiri, tjekre-tjekre, paardenraces en voetbal. De getallen, uitslagen en winsten vliegen ons om de oren. Elke computer in de ruimte is bezet. Door middel van virtuele gokkasten, dobbelsteenspelletjes en roulette jagen gelukzoekers hun zuurverdiende SRD’s erdoor heen. We vragen een gokkende dame of ze al wat heeft verdiend vandaag. “Ik doe mijn best”, luidt het antwoord. Dat is een van de redenen waarom gokkantoren blijven aantrekken: de vrouw waant zich in de illusie dat ze zelf invloed heeft op de uitkomst.
Even verderop zit Ivan (32), die zonet SRD 10 heeft ingezet op een lange combinatie van voetbaluitslagen. Met trots en ogen vol hoop laat hij ons zijn bonnetje zien. “Er was laatst een jongen die SRD 5 had ingezet op een heel lange combinatie van uitslagen, hij had toen SRD 200.000 gewonnen!”, zegt Ivan opgewonden. Het zijn ook dit soort geruchten die mensen naar de gokkantoren lokt. Gemiddeld twee tot drie keer per week gaat Ivan zijn geluk beproeven in een van de vele Suribet-kantoren die ons land rijk is. Hij gokt op sportwedstrijden en speelt roulette. Parbode kijkt toe hoe Ivan SRD 100 willekeurig en driftig verspreidt over de nummers op de virtuele roulettetafel. Van een strategie lijkt geen sprake. “Je kan op meerdere getallen inzetten, maar dan win je ook minder. Je moet vooral geluk hebben”, zegt Ivan. Dat lijkt hem vandaag gegund, want niet veel later valt zijn nummer. Hij wint SRD 180.
Gokkende minderjarigen
Zij die willen gokken in sjieke omstandigheden gaan naar het casino om de hoek; de gemiddelde gokker beproeft zijn geluk in de laagdrempelige Suribet-kantoren. Hier kan iedereen gemakkelijk naar binnen lopen, ook minderjarigen. De website van Suribet geeft aan dat ze ‘studenten in uniform weert uit de shops’ en ‘alleen op vertoon van een geldige identiteitskaart een lot verkoopt’, maar in de Suribet-kantoren is er geen enkele vorm van toezicht te bespeuren. De smartcard, voorzien van pasfoto en persoonlijk wachtwoord, werd in maart 2018 geïntroduceerd door Suribet en zou slechts worden toegekend aan personen boven 18 jaar. Suribet hoopte hiermee de ongerustheid over de deelname van minderjarigen aan kansspelen de wereld uit te helpen en gokverslaafden sneller te identificeren. Dat is niet gelukt, want de kaart is nooit verplicht gesteld aan klanten. Zonder kaart heeft Suribet geen zicht op het gokgedrag van individuele klanten, en weten ze dus ook niet wanneer hun gedrag uit de hand loopt. Suribet zegt er wel op toe te zien dat personen onder de 18 jaar niet kunnen gokken, maar ook daar schiet het bedrijf tekort. Volgens de Grondwet van Suriname ligt de leeftijdsgrens voor gokken en kansspelen namelijk niet op 18, maar op 21 jaar.
Fast money, big money
Hoe groot het landelijk gokprobleem werkelijk is, wordt nergens met cijfers onderbouwd. Maar het groeiend aantal Suribet-gokkantoren dat haar deuren opent geeft een indicatie. Waar Suribet bij de opening van haar hoofdvestiging aan de Domineestraat slechts drie Suribetshops had, heeft de organisatie inmiddels meer dan honderdvijftig medewerkers, vijf lokale verkooppunten en meer dan vierhonderd retailers, verspreid over alle districten van Suriname. “De omvang van het gokprobleem is echt groot”, zegt Patrick Bottse, begeleider bij stichting Rumas, een organisatie die ontspoorde jongeren begeleidt naar het rechte pad. Gokverslavingen zijn er aan de orde van de dag. “Gokken is de norm. Iedereen gaat, als je niet meegaat val je er buiten. Dan vinden ze je gek. Het is deels groepsdruk”, zegt Bottse.
Het hele artikel is te lezen in het decembernummer van Parbode.