2019 Weer een pover jaar van Bouterse – Parbode Sneak Peek
Hoewel 2019 bijna achter ons ligt, dit jaar geen lijst van de grootste winnaars en verliezers, omdat we – tot onze spijt – moeten vaststellen dat die lijst weinig tot niets zou verschillen met onze winnaars en verliezers van 2018. Wel blikken we terug op het jaar van Bouterse. Waarom? Omdat 2019 het jaar vóór de verkiezingen van 2020 is, waarin Bouterse voor de derde achtereenvolgende keer gekozen wil worden. Of omdat 2019 het laatste jaar in vrijheid zou kunnen zijn, als hij niet verkozen wordt. Wat zei hij allemaal? Wat deed hij? Maar misschien vooral: wat deed hij niet? We beschrijven voor u 2019, het kritieke doch povere jaar van Bouta.
Tekst Renate Sluisdom
In januari begint het al goed: Bouterse beschuldigt procureur-generaal Roy Baidjnath Panday ervan zijn belofte niet te hebben gehouden, die zou inhouden dat de pg het 8-Decemberproces onmiddellijk zou stoppen op basis van artikel 148 van de Grondwet. In het bedoelde artikel staat onder meer: In het belang van de staatsveiligheid kan de regering in concrete gevallen aan de PG bevelen geven met betrekking tot de vervolging. Het artikel was sinds 2016 van stal gehaald om de voortgang van het Decemberstrafproces te stuiten. Bouterse heeft op regelmatige basis verwoede pogingen gedaan om het proces waarin hij een strafeis van twintig jaar tegen zich hoorde uitspreken, tot het verleden te laten behoren. In een van die pogingen droeg hij de pg op om het proces te staken, op basis van artikel 148 van de Grondwet, zogenaamd omdat vanuit de regering gevreesd werd dat het volk in opstand en dus de staatsveiligheid in gevaar zou komen bij zijn eventuele veroordeling.
Op 12 februari wordt Glenn Gersie door president Bouterse ontheven uit zijn functie als governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS). Gersie vertikte het om de afspraken om geen voorschotten aan de regering te verschaffen aan zijn laars te lappen, en moest opstappen. Korte tijd later plaatst Bouterse de zoon van onderwijsminister Lilian Ferrier, Robert-Gray van Trikt, op de CBvS-stoel. Kort nadat hij bij de CBvS heeft overgenomen, vindt de gevreesde monetaire financiering plaats als de regering waaraan Bouterse leiding geeft, SRD 670 miljoen voorgeschoten krijgt van de moederbank, dus eigenlijk van Van Trikt. Omdat er geen langetermijnleningen als voorschot mogen worden gegeven aan de Staat, vindt er ruim een half jaar later een foefje plaats: de Staat Suriname betaalt zogenaamd het gehele bedrag terug, en neemt vervolgens direct weer een ‘voorschot’ op van SRD 648 miljoen. Vervolgens legt Bouterse deze truc schaamteloos uit in de jaarrede voor 2020 en stelt daarin: ‘Per saldo lost de Staat dus SRD 22 miljoen af op de voorschotten onder artikel 21’.
Ergens in april doet de president niet iets, maar hij zegt wel iets heel opvallends. Nadat hij eind maart opnieuw tot partijvoorzitter van de NDP wordt gekozen, en de andere bestuursfuncties onverdeeld blijven, doet hij de verrassende en voor NDP’ers beledigende uitspraak dat het bestuur ‘zwak’ is, en dat hij een sterk bestuur nodig heeft om zaken op te vangen als hij ‘met andere dingen bezig is’. Of hij met ‘andere dingen’ het uitzitten van een gevangenisstraf bedoelt of een zoveelste Cubaanse medische behandeling, werd niet duidelijk. Daar werd, volgens goed gebruik binnen NDP-kringen, ook niet naar gevraagd. Over Cubaanse behandelingen gesproken, presidentiële reizen naar Cuba bleven ons dit jaar bespaard. Toch is het weinigen ontgaan hoe zwak Bouterse er tegenwoordig bijstaat achter de microfoon, en ook tijdens zijn jaarrede kreeg hij het af en toe moeilijk. Dit jaar werden diverse belangrijke reizen naar het buitenland door Bouterse afgeblazen. Zo ging hij niet meer op staatsbezoek in India en liet hij zich op de Caricom-top op Sint Lucia en de VN-vergadering in New York vertegenwoordigen door vicepresident Ashwin Adhin.
In mei vervangt Bouterse opnieuw ministers, voor de vierde keer in dit kabinet, terwijl hij bij de derde reshuffeling had beloofd dat die de laatste zou zijn vóór de verkiezingen van 2020. Boze tongen beweren dat deze vierde reshuffeling door Bouterse in de strijd wordt gegooid om een van de grootste, ordinairste corruptieschandalen aller tijden, de SPSB-affaire, van de media-agenda af te krijgen. Nadat eerst de schuld in de schoenen van vermoedelijke klokkenluiders werd geschoven, en bijna iedere Surinamer de verschillende uitgelekte documenten onder ogen kreeg, stuurde Bouterse uiteindelijk de niet-bancair geschoolde directeur Ginmardo Kromosoeto met verplicht verlof. Duidelijk was geworden, dat vele hooggeplaatsten, onder wie Kromosoeto zelf, leningen kregen van de bank en die niet terugbetaalden.
Het hele artikel is te lezen in het decembernummer van Parbode.