De onderzoeker: Whitney Coulor, MSc (30)
Whitney Coulor, MSc (30) studeerde in 2017 als de eerste Surinaamse klinisch fysicus af aan de Heidelberg Universiteit in Duitsland.
Wat heeft u onderzocht?
“De invloed van verkeerde instellingen in bestralingstoestellen en de mate waarin de fouten gedetecteerd kunnen worden door de beschikbare meetsystemen.”
Waarom is dat van belang?
“Volumetric Arc Therapy is een van de meest complexe bestralingstechnieken waarbij nagenoeg alle parameters van het bestralingstoestel veranderen tijdens de behandeling (snelheid waarmee stralingsbron draait om patiënt, vorm van bestralingsvelden, snelheid waarop de straling wordt afgegeven aan de patiënt). Omdat de techniek zo complex is, is het van belang te weten welke fouten in het bestralingstoestel gedetecteerd kunnen worden door de meetsystemen die gebruikt worden om de behandelplannen te controleren. Onnauwkeurigheden in bestralingstoestellen in de grootte orde van enkele millimeters kunnen leiden tot een verkeerde bestraling van patiënten: de dosis in de tumor kan dan te laag zijn of de dosis in gezond weefsel te hoog.”
Hoe heeft u het onderzoek verricht?
“Ik heb gebruikgemaakt van bestralingsplannen van patiënten met prostaatkanker, slokdarmkanker en kanker in het hoofd-halsgebied. De complexiteit van de behandeling is afhankelijk van waar de tumor zit en van het gezonde weefsel dat bespaard moet worden. In elk behandelplan heb ik een aantal ‘fouten’ geïntroduceerd die op het bestralingstoestel zouden kunnen voorkomen. Ik heb de plannen – zowel de juiste als de foutieve – vervolgens afgestraald op de twee meest gebruikte meetsystemen in de Radiotherapiegroep (locatie Arnhem). Wanneer patiënten behandeld worden, wordt het bestralingsplan eerst afgestraald op een meetsysteem om te zien in hoeverre de gesimuleerde behandeling overeenkomt met de daadwerkelijke bestraling, uitgedrukt in passrate. Ik heb gekeken naar het verschil tussen een goed plan en een plan met fouten, en in welke mate de meetsystemen de geïntroduceerde fouten kunnen detecteren met behulp van de passrate.”
Wat was de conclusie van het onderzoek?
“Beide meetsystemen kunnen fouten in het bestralingstoestel detecteren. Filmdosimetrie (methode om de stralingsdosis te meten) bleek gevoeliger dan het meetinstrument met kleine meetkamers (ionisatiekamers). Verder bleek dat de invloed van fouten in het bestralingstoestel groter was in het geval van complexere behandelplannen. Aangetoond is dat de meeste onnauwkeurigheden in het bestralingstoestel gedetecteerd kunnen worden door de gangbare meetsystemen. Hierdoor is de kans op een verkeerde behandeling van de patiënt kleiner.”
Dit artikel is te lezen in het decembernummer van Parbode