De boerderij van Ronnie Brunswijk – Parbode Sneak Peek
Politicus en grootondernemer Ronnie Brunswijk verdient zijn geld met goudwinning en houtkap. Maar, zo beaamt hij: “Dat doe ik wel, maar dat is niet duurzaam en het heeft niks met ontwikkeling van Marowijne te maken.” Marowijne, Ronnies geboortedistrict, waar de mensen leven voor wie hij zich al zijn hele leven inzet. Vroeger in ruwe strijd, tegenwoordig via politiek en ondernemerschap.
Door Magda Augusteijn
De laatste jaren heeft Brunswijk zich voorgenomen meer werkgelegenheid in het gebied te creëren. Sinds bauxietmaatschappij Suralco er vertrok, is er weinig werk te vinden in Moengo. Daarom is hij in de buurt van Moengo Tapoe een groot landbouwproject begonnen, heeft hij in de oude boerderij van Suralco in Moengo een kippenfarm ondergebracht en heeft hij langs de weg tussen Moengo en Albina een vakantiepark opgezet. “Als het straks storm gaat lopen met toeristen, dan hebben we daar schoonmakers nodig, dat geeft werkgelegenheid en de inkomsten zijn ook een bijdrage aan de overheidskas, want de toeristen brengen deviezen binnen. Dat zijn zo mijn ideeën.”
De zakenman Brunswijk heeft geld en houdt van aanpakken. Voor de opstart van een nieuw bedrijf, draait hij zijn hand niet om. Het toeristenpark is al grotendeels af, er moet alleen nog een zwembad komen. Het landbouwproject is in opstart, het bos is open gekapt, het planten kan binnenkort beginnen. De kippenfarm loopt al een tijdje, daar worden inmiddels honderden rekken eieren per dag geproduceerd. Flinke investeringen, die op den duur ook wat moeten opleveren. Wat het toerisme betreft is Brunswijk vol goede hoop, maar voor de landbouw ziet hij wel wat risico’s.
“Wij kunnen heel veel landbouw opzetten in Marowijne. We hebben pomtayer, aardvruchten, noem maar op, maar het probleem is dat wanneer we de producten eenmaal hebben, dan is het een lijden en een last om die te verkopen. Als je vanuit Moengo met een zak pomtayer naar de stad gaat, en je wil meer dan SRD 50 ervoor hebben, dan ga je weer met je ding naar huis, want mensen gaan niet de prijs betalen die jij ervoor wil hebben.”
Lees het hele artikel in het februarinummer van Parbode