Het succesverhaal van mediavrouw Simone Weimans – Parbode Sneak Peek
Nieuwslezeres, journaliste en presentatrice Simone Weimans is uitgegroeid tot een van de bekendste stemmen en vertrouwdste gezichten op de Nederlandse radio en televisie. Hoe ervaart zij haar band met Suriname en haar leven in Nederland?
Tekst Ko van Geemert
Simones ouders komen allebei uit Suriname. “Mijn moeder, Rinette Schotsborg, komt uit de stad, mijn vader, Walther Weimans, uit Klaaskreek, hij is Saramaccaan. Ze hebben elkaar in Amsterdam ontmoet, waar ze voor hun studie naartoe waren gekomen. Mijn moeder volgde een opleiding voor maatschappelijk werkster; mijn vader, die in Paramaribo opgeleid was tot onderwijzer, werkte op een lagere school en studeerde in zijn vrije tijd onderwijskunde.”
Naar Suriname
Simone werd in 1971, in Rotterdam geboren. “Ik werd vernoemd naar de Franse, feministische schrijfster Simone de Beauvoir. Mijn moeder is een ‘vrijgevochten’, onafhankelijke vrouw. Een jaar daarvoor was mijn zus geboren: Marga, die modeontwerpster is geworden, vernoemd naar politica Marga Klompé. Toen ik een jaar of zes, zeven was zijn we met onze moeder op bezoek in Suriname geweest, naar Paramaribo, maar ook naar Klaaskreek, het dorp waar mijn vader opgroeide. Die reis heeft grote indruk op me gemaakt, in het binnenland leek het wel of ik in Afrika was beland, ik stelde me voor hoe het was daar op te groeien. Ik ben er trots op half-Saramaccaans te zijn, jammer dat ik de taal niet spreek. Sranantongo spreek ik een heel klein beetje, verstaan lukt beter. In totaal ben ik een keer of vier in Suriname geweest, op verschillende plekken, naast Paramaribo, ook Berg en Dal en Danpaati. Rond mijn twaalfde jaar gingen mijn ouders scheiden, mijn vader ging terug naar Suriname toen ik een jaar of twintig was, waar hij directeur van de EBG-scholen werd. In 2012 overleed hij.”
Veelzijdig journalist
Als jong meisje was Simone al geïnteresseerd in journalistiek. “Tussen 1981 en 1984 werkte ik mee aan een VARA-radioprogramma voor de jeugd, Schuurpapier. Dan ging je met een microfoon in de hand verslag uitbrengen over onderwerpen als zwartrijden op de tram, protesten tegen het bezoek van de paus, heroïnehoertjes. Geweldig vond ik dat!”
Lees het hele artikel in het februarinummer van Parbode