Voorwoord: Adyosi, Jaap
Een opiniemaandblad om met name de corruptie in Suriname aan de kaak te stellen. Dat was het doel dat onze uitgever, Jaap Hoogendam, voor ogen had toen hij in 2006 met Parbode begon. Veertien jaar en meer dan 160 edities later stelde hij tevreden vast: ‘Parbode staat als medium sterk in SU. We zijn bekend, tot diep in het binnenland’.
Jaap had nog veel plannen met zijn geesteskind, maar begin dit jaar legde hij na een slopende ziekte zijn pen voor eeuwig neer. ‘Ik zit in een total loss situatie, ben geestelijk fit, maar lichamelijk gaat het bergafwaarts’, mailde hij ons kort vóór zijn overlijden. Hij was tot aan zijn dood erg principieel en recht door zee. Nam geen blad voor de mond en benoemde man en paard. Met name in de beginjaren kreeg ons blad vanwege de scherpe stijl met rechtszaken te maken. Een advocaat vond Jaap dan niet nodig, hij vertegenwoordigde zelf Parbode voor de rechter. En hoewel Parbode verlieslatend is, bleef hij doorgaan met het magazine. Over ‘open deuren, clichéonderwerpen en overbodig veel woorden’ liet hij overigens steevast zijn afkeer blijken.
Op het laatst vertrouwde hij ons toe: ‘Kan niet meer naar SU komen. Jammer, ben in 15 jaar meer Surinamer dan Nederlander geworden. (…) ik kijk hoe ver ik de reorganisatie nog kan uitvoeren’. Tot zijn verscheiden werkte hij onverstoord aan het opzetten van een stichting en een persvrijheidsfonds, waardoor de bestaanszekerheid van het maandblad gewaarborgd blijft. ‘Hiermee hoop ik Parbode levensvatbaar achter te laten, maar scherp laveren blijft nodig!’, luidde daarbij zijn boodschap.
Dat laatste advies nemen we ter harte. Dat zijn we zeker aan hem verplicht.
Gran tangi, Jaap.
Adyosi.