Parbode neemt afscheid van haar uitgever: Jaap Hoogendam
Vóór zijn dood hield Jaap Hoogendam, initiatiefnemer en uitgever van Parbode Magazine, een interview met zichzelf. Ook schreef hij zijn eigen rouwadvertentie. Mensen die hem kennen, vinden dit vast geen verrassing. Hoogendam was gedreven en eigenwijs. Uitgesproken en vastberaden. Meer journalist dan uitgever. Parbode was zijn baby, Suriname zijn hart, Nederland zijn geweten. Op maandag 13 januari blies Hoogendam zijn laatste adem uit. Hij werd 71 jaar.
Tekst Redactie Parbode
‘Dat mensen snappen hoe het tot oprichting Parbode kwam’. Het is de eerste zin van Jaap Hoogendam zijn interview met zichzelf. In vierhonderd woorden schrijft Hoogendam over de reden waarom ons maandblad is opgericht, en wat Parbode voor zijn persoonlijk leven heeft betekend. Zonder ons daarbij teleur te stellen, doet hij dat in zijn typische stenostijl: Hoogendam schreef zijn zinnen zoals hij ze uitsprak. Zijn teksten lezen daarom alsof hij ze aan je voorleest. ‘Ik was jarenlang een ongedurig type, rende achter iedere bal aan, maar lang volhouden was moeilijk, want er kwamen zoveel ballen langs. Met impulsief gedrag maak je veel bijzondere dingen mee, maar het geeft ook problemen. Zo deed ik vier studies, hield er bij drie voortijdig mee op, trok de wereld over, en maakte daarna één af: antropologie. Met dat diploma kreeg ik een baan, klom op tot wetenschappelijk medewerker aan de universiteit, zou promoveren, maar toen mijn eerste vrouw in problemen raakte met haar café in Amsterdam, nam ik ontslag om haar te helpen. Van promovendus naar caféhouder, daar waren mijn ouders niet blij mee’.
Maar de functie van ondernemer, en vooral de vrijheid die daarbij kwam kijken, beviel Hoogendam. Het café floreerde, en jaren later ging hij in op een aanbieding om een ‘in het slop geraakt’ groot café-restaurant in Amsterdam over te nemen. Ondanks dat Hoogendam geen uitgaanstype was, werd ook ‘De Ponteneur’ een geweldig succes. ‘Ik besefte op tijd dat ik me niet met alles moest bemoeien, ben meer van de grote lijnen. Dus veel details konden beter, de sfeer was rommelig, maar alles kon in De Ponteneur, want ik zag tenslotte weinig problemen’, schrijft Hoogendam. Omdat hij veel Surinamers kende in Amsterdam, besloot hij op vakantie te gaan naar Suriname. Terug in Nederland vernam Hoogendam dat het enige Surinaamse opinieblad Paramaribo Post was opgeheven. Dat vond Hoogendam ‘jammer’. Tijdens zijn vakantie in Suriname was het hem duidelijk geworden dat een blad als de Post nodig is. ‘Ik mailde journalisten in Suriname en nam het initiatief iets nieuws op te richten’, schrijft Hoogendam. Hij verkocht zijn bedrijf, zijn vrouw nam ontslag en in 2011 werd hun dochter Coco geboren in ’s Lands Hospitaal te Paramaribo. Als uitgever van zijn opgerichte uitgeverij Caribbean Media Group was vijf jaar eerder al de eerste Parbode van de drukpers gerold.
In 2008 verscheen zijn toeristengids Buitenkansjes. Deze – kritische – reisgids vertaalt Hoogendams onvoorwaardelijke liefde voor Suriname en zit inmiddels aan zijn vijfde druk. Ondanks zijn functie als uitgever, schroomde Hoogendam er niet voor om ook voor Parbode zijn pen op te pakken. Hij brak daarmee alle tradities van een onafhankelijke relatie tussen uitgever en redactie, tot frustratie van vele hoofdredacteuren.
‘Geen gemakkelijke man’
‘Er kan niet gezegd worden dat hij een gemakkelijke man was’, schrijft voormalig Parbode-hoofdredacteur Euritha Tjan A Way – op vraag van Parbode – in haar in memoriam aan Hoogendam. ‘Mijn Surinaamse nuances strookten niet met zijn Hollandse directheid’, legt Tjan A Way uit. Zo vroeg – ‘bedelde’ – Tjan A Way in de droge tijd om een airco in het kantoor van Parbode. Die kreeg ze niet, want volgens Hoogendam was Tjan A Way ‘te dik’ en kon ze door haar fysieke gesteldheid niet goed tegen de hitte. ‘De volgende dag kwam hij even vrolijk fluitend weer met je praten. Het was zijn mening en daar hoefde je het niet mee eens te zijn’, schrijft Tjan A Way, die aangeeft dat ze dat Hoogendam wel kon appreciëren. Uiteindelijk kwam er wel een airco in het kantoor, want zo was Hoogendam ook wel weer.
‘Met Jaap kon je veel meningsverschillen hebben’, schrijft ook Iwan Brave, de opvolger van Tjan A Way. ‘Bij Parbode heerste – en ongetwijfeld nog steeds – het Nederlandse tempo van tijd. En dat in het hete Paramaribo, zonder airco op de redactieruimte’. Volgens Brave, inmiddels weer columnist bij Parbode, had Hoogendam altijd een antwoord klaar. Stug, stellig, snel en recht voor de raap, of – zoals Brave het omschrijft – ‘recht voor zijn Jaap’, dat was Hoogendam. ‘Als er een e-mailtje binnenkwam had Jaap dat al beantwoord voor ik, bij wijze van spreken, nog maar met mijn ogen had geknipperd. Hierdoor moest ik sneller in conflictprocessen stappen dan me lief was. Als ik hierover mijn misnoegen uitte, dan was Jaaps antwoord: ‘Schiet dan eens een keer op man’’. Brave omschrijft Hoogendam als een ‘onverstoorde motor en journalistieke straatvechter’. Niet altijd even praktisch, maar wel effectief.
‘Met zijn zachte karakter en daarbij passende zalvende stemtoon en intonatie maakte hij veel, zo niet alles goed’, vervolgt Brave. Hoogendam was volgens hem bovenal ‘een mensenmens’. ‘Hij was een antropoloog in ware zin. Hij ondervroeg mensen niet als een journalist maar als een oprecht geïnteresseerde, empathische medeburger. Zo heeft hij veel informatie kunnen ontfutselen en kwam hij tot mooie onderzoeksartikelen’, schrijft Brave. Aan dergelijke reportages gingen vaak maanden onderzoek vooraf, weet ook Armand Snijders. Hij was de tweede tevens langstzittende hoofdredacteur van ons maandblad en kan zich de geboorte van de eerste Parbode nog helder voor de geest halen. ‘De gevestigde orde schrok in het begin van de kritische toon van Parbode en moest daar duidelijk aan wennen. Zeker in de eerste jaren kreeg het blad tal van rechtszaken aan de broek, die overigens bijna allemaal werden gewonnen. Jaap nam vrijwel nooit een advocaat in de arm, maar verdedigde zichzelf en Parbode voor de rechter. Hij vond het onzin om daar geld voor uit te trekken, dat stopte hij liever in Parbode. Hij had liever rechtszaken dan vrienden’, schrijft Snijders in zijn afscheidsgroet.
Hoogendams relatie met Suriname was meer dan alleen zakelijk. Zijn gezin heeft hier zeven jaar gewoond, zijn dochter is hier geboren. In 2014 vertrokken ze terug naar Nederland, een jaar daarvoor werd voor het eerst kanker bij Hoogendam ontdekt. ‘De terugkeer naar Nederland was zeer tegen de zin van Jaap. Hij reisde minstens vijf keer per jaar terug naar Suriname’, schrijft Snijders, destijds hoofdredacteur van Parbode. Ondanks – of misschien juist dankzij – de vriendschap die was ontstaan tussen de twee heren omschrijft ook Snijders Hoogendam als ‘niet altijd even gemakkelijk’. ‘Hij was heel direct, had overal een hele duidelijke mening over. Daarnaast had hij weinig op met de Surinaamse wijze waarop men hier zaken aanpakt en was hij kritisch over de andere Surinaamse media. De discussies hierover waren soms fel. Maar een conflict met hem duurde nooit lang, daar was Jaap de man niet voor’, schrijft Snijders. Zijn ‘Hollandse botheid’ daargelaten, denkt ook Tjan A Way terug aan Hoogendam als ‘een goed mens’. Hoogendam was tenslotte iemand die kansen zag, maar die ook gaf. ‘En dan doet dat eeuwig zwarte pakje (Hoogendam droeg bijna altijd donkere shirts, red.) en die botte kop er niet zoveel toe’, aldus Tjan A Way.
‘Blanke vla met dodelijk poeder’
Hoogendam hield van hard werken, maar minstens evenveel van de (Surinaamse) natuur. ‘Als hij bij ons in Saramacca op bezoek was en we aan de rivier met een glaasje wijn zaten, mijmerde Jaap hoe hij in het prieeltje aan de oever zou gaan hangmatteren. Al kijkend naar de zeekoeien zou hij in alle eenzaamheid een bordje blanke vla met dodelijk poeder leeglepelen’, zei Leonoor Wagenaar, de eerste hoofdredacteur van Parbode, op de afscheidsborrel van Hoogendam in Paramaribo.
De eerste keer dat Hoogendam met kanker werd geconfronteerd verliep de behandeling goed, de kanker leek niet te zijn uitgezaaid. Om het half jaar moest Hoogendam wel nog onder de scanner. Toen ruim een jaar geleden de kanker in zijn lichaam was teruggekeerd, was Hoogendam teleurgesteld. Maar hij bleef aanvankelijk op de been en kwam zelfs nog een aantal keren naar ons land. ‘Jaap was het liefst in zijn geliefde Suriname gestorven en te Weg naar Zee gecremeerd’, citeert Wagenaar uit de afscheidsgroet van Hoogendam. Terzelfder tijd werd in Nederland ook een afscheidsbijeenkomst gehouden, waar ongeveer dezelfde tekst op hetzelfde moment werd voorgelezen. ‘Jaap werd de afgelopen 15 jaar met groot genoegen half Surinamer. Hij kon jammer genoeg na het ziekenhuis in Amsterdam het vliegtuig naar huis niet meer halen. Jaap stierf in bed, in het winterse, grauwe Amsterdam’.
Het toeval wil dat een Surinaamse blakaman de uitvaartbegeleider op zijn begrafenis werd. Maikel Naarden sloot de bijeenkomst in Amsterdam af met een lange afscheidsgroet in het Sranan, en onder het lied Adyosi van Max Nijman werd Hoogendam naar het crematorium begeleid. De hele dag scheen de zon. ‘Beter had het niet gekund’, citeert Wagenaar. In april 2006 stond ze samen met Hoogendam aan de wieg van Parbode. Veertien jaar en 167 edities later heeft Hoogendam noodgedwongen zijn ‘baby’ moeten loslaten.
Dat de Parbode er anno 2020 nog is, ‘is absoluut te danken aan Jaap’. Daar zijn alle (voormalig) hoofdredacteuren het over eens. En dat Hoogendam er geen spijt van heeft, staat als een paal boven water. ‘De laatste vijftien jaren, voor mijn doen dus lang, waren het hoogtepunt in mijn loopbaan. Had het nog jaren willen doen’. Daarmee sluit Hoogendam zijn interview af.
Parbode blijft schrijven, met dezelfde gedrevenheid, passie, nieuwsgierigheid en kritische blik die Hoogendam zo kenmerkte. Hij zou het niet anders gewild hebben.
Dit artikel is te lezen in het maartnummer van Parbode