Het bewogen leven van kunstenares Angela Mathoera
In oktober 2019 studeerde Angela Mathoera af van de Nola Hatterman Academy. “Ik wilde cartoonist worden, maar door de jaren heen ben ik een realist geworden”, zegt de kunstenares. De voormalige tienermoeder heeft namelijk veel tegenslagen in haar leven te verduren gekregen.
Door Samantha Waridjan
In de achterkamer van Angela Mathoera’s huis staan een paar schilderezels met kunstwerken. Ook de rest van haar huis hangt er vol mee. “Ik teken het liefst monumentale gebouwen, hoe ouder hoe beter”, vertelt de 35-jarige kunstenares. Daarnaast maakt Mathoera graag portretten, met de focus op gezichtsuitdrukkingen. “Ik hou ook van schilderijen die een verhaal vertellen en emoties opwekken.” Zelf houdt Mathoera haar emoties goed in bedwang wanneer ze ons haar bewogen levensverhaal vertelt. Dit doet ze in de hoop andere vrouwen zowel te bemoedigen als te waarschuwen.
Dubbelleven vader
Mathoera was een gesloten meisje. “Ik bleef in mijn kamer en fantaseerde dat ik Supergirl was. Als ik boeken las, dan waren het sprookjes en comics. Ik wilde een cartoonist worden. Door de jaren heen ben ik een realist geworden”, vertelt Mathoera. Op school maakte ze mooie tekeningen waarvoor ze goede cijfers kreeg. “Toen kreeg ik door: er is iets. Ik hield niet echt van studeren, maar tekenen, dat ging wel”, zegt Mathoera.
Aan de fantasiewereld van Mathoera kwam abrupt een einde toen ze ongeveer twaalf jaar oud was. “Ik dacht altijd dat alles een sprookje was, ik wist niet dat er slechte mensen bestonden. En toen kwam het.” Mathoera blikt terug op de dag dat ze thuis kwam en iedereen in de garage zag zitten. “Ik dacht dat er iemand dood was.” Haar vader, die ze het meest vertrouwde, bleek een dubbelleven te leiden. “Mijn moeder had hem betrapt met een andere vrouw, met wie hij inmiddels een dochter van drie jaar oud had. Hij was de eerste die me zo teleurstelde.” Haar ouders gingen uit elkaar, haar moeder kon door de situatie geen kinderen aan en ging in haar eigen wereld leven. Mathoera veranderde. “Vanaf die dag was het één en al drama. Mijn moeder viel in een zwart gat. De familie keek helemaal niet naar ons om, ik moest zelf voor mijn twee zusjes zorgen. Onze vader zagen we één keer in de week, voor vijf minuten. Ik was niet meer lief en rustig”, zegt Mathoera, die uit wanhoop een keer in haar pols sneed.
Thuis was het een hel, dus ging Mathoera veel de straat op. Ze had één vriendin die ze helemaal vertrouwde. “Ik was super onervaren, ik wist niets van de wereld. Mijn vriendin was veel verder dan ik. Ik deed mee. ‘Zeg gewoon ja. Die jongen gaat je sponsoren’, zei ze. Ik zei dat ik geen sponsor nodig had.”
Zwangerschap
Maar in de vierde mulo werd Mathoera verliefd en raakte ze zwanger. Hij was negentien, zij vijftien. “Ik wist niets van voorbehoedsmiddelen. Ik mocht van huis uit niets, niet eens op ballet. Vrijheid kreeg ik pas toen mijn vader uit huis was”, zegt Mathoera. Iedereen wilde dat ze de baby liet weghalen. Ook zijzelf wilde de zwangerschap beëindigen. Tot ze de lijst met voorbereidingen kreeg van het ziekenhuis. Toen realiseerde ze zich: ‘Ik ga mijn kind doodmaken’. Ze besloot het kind te houden. Mathoera werd afgeschreven van school en mocht geen mulo-examen meer doen, omdat ze geen goed voorbeeld was. Van haar ouders moest haar vriend haar verzorgen. Ze ging bij de moeder van haar vriend inwonen. Die was een alleenstaande vrouw met acht kinderen, en zwanger van nummer negen. “Haar prasi-oso aan de Gerardusstraat was in een heel slechte staat, het was er smerig en vol mensen. Er was nauwelijks te eten. Ik heb eens twee of drie dagen niet gegeten”, zegt Mathoera, die heel erg gesloten was. “Ik bleef de hele dag op mijn kamer. Ik creëerde een eigen wereld met mijn kindje in mijn buik. Mijn vriend was lui, verzuimde van het werk en werd ontslagen. Het broertje van mijn vriend keek wel naar me om.”
Toen Mathoera zeven maanden zwanger was ging ze met de bus terug naar haar moeder. “Ik voelde me leeg, helemaal niets waard. Ik vroeg: ‘Mam, kan ik vandaag hier slapen?’ en ik ben gebleven”, vertelt ze. Na twee maanden, ze was net zestien geworden, moest ze bevallen. Ze werd door haar moeder naar het ziekenhuis gebracht, maar de bevalling moest ze alleen doorstaan. Mathoera: “Op gegeven moment stopten de weeën en voelde ik een hoofdje. Wel, die zuster heeft gerend toen ik het haar vertelde.” Mathoera werd ingeknipt en scheurde in. Ze verloor veel bloed, maar haar zoontje werd gezond geboren. “Ik lag als meisje op een zaal met allemaal vrouwen. Ze hebben me gelaten zonder eten of drinken. Ik kwam tot mezelf toen mijn baby huilde van de honger, ik probeerde borstvoeding te geven. Ze begeleidden me niet.” De volgende dag pas werd ze gehecht en kwamen haar moeder en oma op bezoek. Zij kozen een naam voor haar zoontje, hoewel Mathoera zelf al jaren geleden namen voor haar toekomstige kinderen had bedacht.
Lees het hele artikel in het maartnummer van Parbode