Dossier: Hoe betrouwbaar zijn de staatsmedia? – Parbode Sneak Peek
In de chaos van het internet trapt iedereen weleens in een bericht dat niet op waarheid berust. Door zelf ook een schepje warrigheid te strooien over de nieuwsvoorziening van onafhankelijke media, probeert de regering haar bevolking te knechten aan het alternatief: de staatsmedia.
Tekst Zoë Deceuninck
Op 7 februari gaf president Desiré Bouterse een persconferentie die niet snel vergeten zal worden. De president kwam moeilijk uit zijn woorden, zat er schijnbaar verveeld bij en raakte kant noch wal met warrige uitspraken. Clifton Limburg, perschef van het Kabinet van de President, deed zijn best de schade te beperken en probeerde meerdere keren Bouterse zijn zinnen zelf af te maken. Toen dat ook niet bleek te helpen werd Bouterse – tot twee keer toe – kortstondig de zaal uitgeroepen. De vraag waar journalisten werkelijk mee bezig waren ging niet over de onrechtmatig gebruikte 100 miljoen US-dollar aan kasreserve – de reden waarom de pers was opgetrommeld – maar of de president al dan niet onder invloed van ‘iets’ was. Bouterse was niet in staat om helder uit te leggen wie de economie naar een volgend dieptepunt had geleid, en hoe hij dacht de chaos op te ruimen. Na het maken van een foute rekensom – waarbij hij zelf de draad verloor, draaide hij letterlijk met zijn vinger in de lucht en zei ‘tralalalala’. Bouterse stuurde de particuliere media niet alleen naar huis met meer vragen dan antwoorden, maar ook met foute informatie, ofwel ‘fake news itself’. In een poging de pers van nieuwe informatie te voorzien, liet de president weten dat de continuïteit van de Finabank in gevaar was en dat deze bank door de Centrale Bank van Suriname uit de problemen is ‘geholpen’. De directie van de Finabank moest de onafhankelijke pers – die de uitspraken van Bouterse zonder factcheck hadden overgenomen – zelf op de schouders tikken om aan te geven dat de informatie van de president niet op waarheid berust. De Finabank zat niet in de problemen.
Dankzij het optreden van de president werd de ruis over het kasreserve-schandaal alles behalve opgeklaard. Door het gebrek aan nuttige informatie – en een gedegen dubbelcheck – waren de media niet in staat het volk in nieuwe, correcte informatie te voorzien. De president had geen boodschap voor de pers, en de pers bijgevolg ook niet voor het volk.
Lees het hele artikel in het meinummer van Parbode