Dossier: Essay: Waarom politieke reclame ‘propaganda’ wordt genoemd – Parbode Sneak Peek
Er is een reden waarom politieke reclame ‘propaganda’ wordt genoemd. Een fors deel van de mensheid gelooft de reclame die hun via de media opgedrongen wordt over auto’s en apparaten, maar een niet onbelangrijk deel heeft een zakje zout klaarliggen voor het geval er weer eens een stukje reclame langskomt. Verstandige mensen weten immers: reclame, dat is overdrijving. De dingen fraaier presenteren dan zij zijn. Leugens.
Tekst Irwin Wist
Dat verschilt niet veel bij politieke reclame. Het verstandige deel der natie snapt het: wegen die vier en een half jaar kapot waren opeens oplappen, lachende politici die kleine kindertjes kussen terwijl zij een week eerder critici uitmaakten voor halfhoofd, oproepen tot nationale samenwerking door politici die andersdenkenden uitmaakten voor landverrader – dat is reclame. Het is zoals het zwarte tekenfilmkuikentje Calimero gezegd zou kunnen
hebben: zij zijn slecht en ik is goed.
Prachtige voorbeelden van politieke reclame vind je op sociale media. Het ene deel van het politieke spectrum maakt het andere deel in ombastische, gezwollen taal uit voor rotte vis omdat die het waagde een eigen mening te hebben. En dat in zo groot mogelijke woorden, om te laten zien dat je ook op school hebt gezeten.
Het wonderlijke van reclame, dus ook politieke reclame, is dat het werkt. Iedereen snapt dat je niet een portie eten krijgt op een politiek evenement omdat de organisatoren dachten dat jij wel honger zou hebben. Het gaat om de beelden die in het achtuurjournaal zullen verschijnen, van de massa’s die afkwamen op de portie en het mazzeltje – SRD 25, SRD 50, om het beeld te komen vullen. De kijker kan namelijk niet uitmaken wie kwam voor de boodschap, wie alleen maar kwam cashen, en wie in opdracht kwam opdraven. De kijker ziet een plein vol mensen die hem laten zien: wij zijn groot, wij zijn machtig, want wij zijn met velen. Bij een groot deel van de massa werkt het immers zo: als ‘iedereen’ iets zegt of denkt, dan zal het wel waar zijn. De schepper van het beeld van het volle plein zegt: ik ben de waarheid, volg mij. De trieste realiteit is dat een groot deel van de kijkende massa zich laat bekeren en de boodschapper volgt, zelfs wanneer de feiten schreeuwen: niet doen, hij liegt!
Lees het hele artikel in het meinummer van Parbode