Adoptie of kweekje: op zoek naar nieuwe ouders – Parbode Sneak Peek
In Suriname is de grens tussen adoptie en voogdij niet altijd zichtbaar. Wie een kind heeft grootgebracht of ‘gekweekt’, wordt in de meeste gevallen gewoon erkend als de ouder van het kind. Ook als dat kind geen bloedverwant is, niet is geadopteerd of wanneer het voogdijschap niet is geregeld. Adopteren is een tijdrovende procedure en daarom niet erg populair, maar kan wel heel wat problemen voorkomen.
Door Stephanie Sairoen
Marilva* is enig kind. “Mijn ouders zijn er niet meer. Mijn vader stierf nog vóór mijn geboorte bij een verkeersongeval en mijn moeder tijdens de bevalling. Ik ben opgevoed door mijn adoptieouders, maar dat wist ik eerst niet”, vertelt ze. Pas toen ze twaalf was hebben Marilva’s adoptieouders het aan haar verteld. “Mijn wereld stortte in elkaar. Een jaar lang had ik verdriet en pijn. Waarom zijn het niet mijn echte ouders? Waarom ik? Het was heel erg zwaar voor mij om dit te accepteren, want ik was zo gelukkig en had welgestelde ouders. Dit alles kon niet waar zijn”, zegt de intussen 15-jarige Marilva emotioneel. In eerste instantie was ze heel boos om de situatie en ze schaamde zich dat ze geadopteerd is. Haar schoolprestaties gingen achteruit, met als gevolg dat ze bleef zitten.
De adoptiemoeder van Marilva is verpleegster op de kraamafdeling. “Toen ik werd geboren had mijn adoptiemoeder dienst. Zij heeft dus alles meegemaakt. Ook hoe mijn moeder haar laatste adem uitblies. De doctoren hebben hun best gedaan om mijn moeder in leven te houden. Helaas is dat anders afgelopen”, zegt Marilva. Een week na de begrafenis van Marilva’s biologische moeder, merkte haar – toen nog toekomstige – adoptiemoeder op dat er niemand was geweest voor baby Marilva. “Elke morgen tijdens mijn badje zong mijn moeder zachtjes voor mij. Zo ontstond het gevoel alsof ik haar eigen kind was”, vertelt Marilva. Haar adoptieouders kunnen geen kinderen krijgen. “Zo ontstond het idee om mij te adopteren. Met het ziekenhuis hadden ze afgesproken dat als niemand van mijn familie kwam, zij mij heel graag wilden hebben”, zegt Marilva. Haar biologische ouders waren van een inheems dorp afkomstig. “Door tussenkomst van het Bureau Familierechtelijke Zaken (Bufaz) en de advocaat is geadviseerd om met een foto van de baby voor toestemming naar de familie te gaan in het dorp. Na een goed gesprek werd besloten dat mijn adoptieouders mij mochten hebben, omdat ze het daar niet breed hebben. Het leven in de stad is veel beter dan in het dorp. Ze zeiden dat ze mij weleens zouden opzoeken als de tijd daarvoor rijp is”, zegt Marilva, die momenteel in de 3e klas van het mulo zit. Het voogdijschap van Marilva was binnen een jaar en zes maanden na haar geboorte geregeld, maar het heeft ongeveer vier jaar geduurd voordat ook de adoptiepapieren in orde waren. Omdat Suriname klein is heeft Marilva besloten haar adoptie geheim te houden. Dat kan, want zij heeft dezelfde trekken en behoort tot dezelfde bevolkingsgroep als haar adoptieouders.
Voogdijschap
In de Surinaamse samenleving kiezen ouders sneller voor de functie van voogd dan adoptieouder. Er leeft vaak de gedachte dat kinderen op een gegeven moment toch terug naar hun biologische ouders gaan. Dat vindt ook Consuela*. “Ik heb mijn dochter niet geadopteerd omdat mijn familie vindt dat elk kind vroeg of laat teruggaat naar zijn of haar ouders of familie. Maar ik was ook onvoldoende geïnformeerd over de procedure met betrekking tot kweekjes. Zo wist ik niet dat ik het voogdijschap in orde kon maken bij Bufaz, ook als ik niet adopteerde. Toen mijn dochter tien jaar werd begonnen de problemen. De zus van haar overleden biologische moeder kwam opdagen en eiste het kind op. Mijn dochter draagt de naam van haar biologische moeder en is ook zo ingeschreven bij het Centraal Bureau voor Burgerzaken en Bufaz. Misschien omdat ik het Nederlands niet machtig ben is het misgegaan. We zijn intussen al vier jaar verder en tot nu toe wordt er geprocedeerd, want ik wil mijn dochter niet afstaan. Bufaz bemiddelt, maar de zaak is nog steeds niet opgelost”, zegt Consuela.
In Suriname komt het heel vaak voor dat kinderen worden opgenomen in pleeggezinnen of bij kweekouders. Wanneer een kind tijdelijk in een pleeggezin wordt opgenomen, bijvoorbeeld vanwege problemen thuis, kan het enkele dagen, maanden of soms jaren duren totdat er een oplossing wordt gevonden. Pleegkinderen hebben in die tijd nog contact met hun biologische ouders en familie, adoptiekinderen meestal niet. Bij adoptie wordt een kind door ouders, die niet de biologische ouders zijn, opgenomen in het gezin en draagt het kind vanaf dan ook hun familienaam. De niet-biologische ouders worden de wettelijke ouders van het kind. Het kind krijgt dezelfde rechten als ieder ander biologisch kind.
De 30-jarige Melissa* en haar man hebben een kinderwens, maar ze kozen ervoor om eerst te adopteren vóór ze zelf een kind kregen.
Lees het hele artikel in het juninummer van Parbode