Ook Suriname niet bespaard – Parbode Sneak Peek
Eerste kwartaal 2020. Suriname met haar prachtige natuur en rijke delfstoffen struggelt met haar economie: de koersen rijzen de pan uit. De inflatie heeft zijn intrede gedaan. De staatskas is leeg. Het land bereidt zich voor op de verkiezingen van mei 2020. En dan is daar plots corona.
Tekst Arjen Stikvoort
Infectioloog Stephen Vreden heeft al veel geleerd door de uitbraak van COVID-19, en dan vooral het feit dat een dergelijk virus in staat is de totale wereldeconomie plat te leggen. Bij onjuist (lees: niet tijdig) ingrijpen kan het de beste gezondheidsstelsels in de wereld compleet overbelasten. “Daarom hebben we met Suriname niet willen wachten. We hebben goed afgekeken van andere landen en direct ingegrepen. Want als het virus greep krijgt op de samenleving, kan Suriname het grote aantal ziekenhuisopnames niet aan”, zegt Vreden tegenover onze redactie.
Aanvankelijk leek niemand iets in de gaten te hebben toen op 12 december 2019 de eerste krantenkoppen verschenen over een nieuwe ziekte in de Chinese miljoenenstad Wuhan, gelegen in de provincie Hubei. Het is hier dat de eerste besmetting van het coronavirus disease 2019 (COVID-19) officieel werd vastgesteld. De snelle verspreiding van het virus legt de gaten in onze globalisering pijnlijk bloot.
“COVID-19 stamt af van de andere coronavirussen die we kennen. Ze veroorzaken griep en verkoudheden. Alleen is dit een nieuwe variant, vermoedelijk afkomstig van dieren, maar ook overdraagbaar van mens op mens. Het virus is zeer besmettelijk en verspreidt zich – voor zover bekend – via vochtdruppels uit de neus en mond”, zegt Vreden. Het goede nieuws is dat 95 procent van de besmette mensen het virus overleeft. Naar schattingen wordt maar 20 procent van de gevallen ook echt ziek waarbij het virus een infectie aan de luchtwegen kan ontwikkelen. Vreden stelt dat COVID-19 niet dodelijker is dan de bekende aanverwante MERS- en SARS-virussen, maar wel besmettelijker. “Ook mensen die drager van het coronavirus zijn maar geen ziekteverschijnselen vertonen, kunnen anderen ziek maken”, zegt de infectioloog.
Pandemie
COVID-19 bereikt op 24 januari 2020 Europa. Regeringen gooien hun land op slot, naar het voorbeeld van China. Na de luchtruimen sluiten ook cafés, restaurants, scholen en veel kantoren hun deuren. Iedereen wordt gevraagd zoveel mogelijk thuis en binnen te blijven. De wereldeconomie maakt een duik. De ziekenhuizen kunnen de toestroom aan coronapatiënten bijna niet aan. De Wereldgezondheidsorganisatie WHO spreekt officieel van een pandemie.
Ook voor Suriname komt de pandemie steeds dichterbij. Nog voor het eerste COVID-19-geval bevestigd wordt, treft de Surinaamse overheid maatregelen. Burgers krijgen richtlijnen en protocollen opgelegd om het virus zo lang mogelijk buiten de deur te houden. Handhygiëne, afstand houden, mondkapjes voor mensen die met verkoudheid kampen en beschermd niezen en hoesten behoren van begin af aan tot de strenge adviezen die de burger dient op te volgen. ‘Alleen met zijn allen kunnen we corona bestrijden’, zei Cleopatra Jessurun, directeur van het ministerie van Volksgezondheid, meerdere malen in haar toespraken op televisie. De Johan Adolf Pengel luchthaven, de Nieuwe Haven en de grensposten met de buurlanden worden uitgerust met scanners en andere apparatuur om reizigers die uit besmette gebieden komen te scannen op symptomen van het virus, zoals koorts. “Het was slechts een kwestie van tijd voor de eerste besmetting in Suriname gesignaleerd zou worden”, zegt John Codrington, hoofd van het Klinisch Chemisch Laboratorium van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo. “Het was niet zozeer de vraag of, maar eerder wanneer Suriname haar eerste coronabesmetting zou krijgen”, benadrukt hij. Gelukkig had Suriname zich het testen op COVID-19 nog vóór de eerste besmetting eigen gemaakt. “We kunnen testen in het lab van het BOG en in het Academisch Ziekenhuis”, merkt Codrington tegenover Parbode op. Daarmee heeft ons land een voorsprong op sommige landen in haar omgeving, die voor testresultaten afhankelijk zijn van buurlanden. Maar het was destijds een flauwe troost voor de gemiddelde burger. Niet COVID-19, maar de stijgende winkelprijzen en fluctuerende koersen waren begin dit jaar namelijk hét gespreksonderwerp van de dag.
Dat veranderde op vrijdag 13 maart, toen Suriname de noodklok luidde. Het door de regering opgerichte COVID-19 Managementteam meldde dat er één patiënt positief was getest op het gevreesde virus. Het ging om een zogenaamd importgeval, iemand uit het buitenland die in Suriname getest werd. Suriname greep direct in: het luchtruim werd om middernacht voor alle reizende passagiers per direct gesloten. De scholen gingen dicht. Er ontstond een stormloop op de winkels. Grote evenementen van honderd man en meer werden verboden, restaurants en bars sloten verplicht hun deuren. De kraan van de toch al niet lekker draaiende Surinaamse economie wordt dichter en dichter gedraaid. “Wereldwijd was niemand voorbereid op deze crisis. Het Surinaams bedrijfsleven is minder weerbaar tegen zulk soort crises. Internationale bedrijven kunnen zich sneller herstellen en hun werkplek sneller aanpassen, zodat voorzieningen als social distancing en andere beschermende maatregelen kunnen worden ingevoerd. Voor kleine lokale bedrijven is dat veel moeilijker”, zegt Bryan Renten, voorzitter van de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB). Toch tonen de kleine ondernemers veerkracht, vindt hij. “Met de weinige middelen die ze hebben, proberen ze hun hoofd boven water te houden. Buiten de andere economische crisis die Suriname in haar greep houdt, zal het een uitdaging worden welke bedrijven overeind zullen blijven en hoe het bedrijfsleven eruit zal zien na COVID-19”, aldus Renten tegenover onze redactie.
Lees het hele artikel in het juninummer van Parbode