Quintis Ristie: ‘We moeten niet treuren en bij de pakken neerzitten’ – Parbode Sneak Peek
Of hij nou in Nederland zit of in zijn geboorteland Suriname, hij kent heel Suriname en misschien nog wel meer: heel Suriname kent hem. Het interview vindt plaats onder een constante lach en een zwaai naar eenieder die voorbijkomt. De sfeer eromheen is allesomvattend: motiverend, inspirerend en vòl energie. Quintis Ristie (47) is weer terug van vaak weggeweest.
Tekst Arjen Stikvoort
Quintis, bij zijn brand genoemd, denkt even diep na. Corona? “Ja, daar zitten we dan. Kunnen nergens heen.” Hij zou eigenlijk 1 april, géén grap, naar Nederland vliegen voor werk. Maar dat ging vanwege het gesloten luchtruim niet door. “Ik zit ook geregeld daar voor motivatiesessies, het geven van trainingen of presenteerwerk, maar door corona staat daar nu een streep door.” Hij haalt zijn schouders op. “Dat is COVID-19. De wereld krijgt in mijn ogen een total reset. De mensen waren zichzelf een beetje kwijt. Wisten niet meer wie ze waren en moeten nu weer terug op de rails. Althans zo zie ik het. Het is een nieuw begin en geen enkel begin is leuk.” Volgens de comedian en media-icoon zal het een nieuw tijdperk worden, meer digitaal. “We worden gedwongen dit verder te realiseren. Social distancing, hygiëne en met meer oog voor elkaar. De hele wereld zal eraan moeten en Suriname misschien nog wel het meest. Een zware dobber, maar onafwendbaar. “Dan komt daar de strugglende economie bij en het disasterpakket is compleet.
“We moeten niet treuren en bij de pakken neerzitten. We moeten deze periode juist gebruiken om na te denken hoe verder. Doordat Suriname het coronagebeuren goed heeft aangepakt door snel met preventieve maatregelen te komen zoals de lockdowns, het sluiten van de landsgrenzen en het luchtruim, hebben we misschien veel leed voorkomen. Laten we dat zo houden.
“Maar we moeten niet achterover gaan leunen. Nee, we moeten kijken wat Suriname nu echt nodig heeft om verder te komen”, zegt Quintis. Even glimlacht hij niet. Zijn wenkbrauwen trekken hoog op. Is hij nu serieus? “Suriname is een prachtland. Met heel veel potentie. Alleen moet er een totaal andere mindshift komen. Nee, echt. Ik reis veel. Ik kom in Nederland en hier en de rest van de wereld. Suriname moet leren efficiënter te worden. We moeten minder verspillen. Langzaamaan proberen een eigen productielijn op te starten.” Hij noemt het voorbeeld van de zwarte en witte tilapia waar onze rivieren rijk aan zijn. “Die ontwikkelen we niet verder, maar importeren gewoon dure rode tilapia. Zonde van het geld toch?” Elke Surinamer zou in de ogen van Quintis een miljonair kunnen zijn. Maar dan moet er wel iets structureel veranderen.
Lees het hele artikel in het julinummer van Parbode