Naar een nieuwe toekomst van Suriname – De Grote Ontnuchtering
Op 25 november aanstaande viert de republiek Suriname haar 45-jarig bestaan. Helaas kan ik hier geen feestelijk gevoel over hebben, omdat de tussenstand van deze viereneenhalve decennia van ‘onafhankelijkheid’ een wederom bijna complete instorting van onze economie is en het faillissement van ons falend politiek systeem.
Tekst Maureen Silos
Wij staan op een cruciaal kruispunt in onze geschiedenis. Gaan wij door met het destructieve business-as-usual-scenario of zullen wij uitdrukkelijk andere keuzes maken, zodat wij over twintig jaar de vijfenzestigste jaardag van onze republiek groots en met trots kunnen vieren?
Voordat wij uitdrukkelijk andere keuzes maken om onze toekomst veilig te stellen, moeten wij wel eerst onderzoeken wat de hoofdoorzaak is van de dramatisch verkeerd verlopende ontwikkeling van onze jonge natie. In mijn benadering is de hoofdoorzaak de wijze waarop de drie kerndomeinen van onze samenleving – cultuur, politiek en economie – elkaar negatief beïnvloeden. In dit artikel wordt slechts één aspect van het culturele domein besproken, namelijk emotionele oriëntaties.
Het model hierboven illustreert het karakter van onze samenleving vanaf het moment waarop politieke partijen hun intrede deden na de Tweede Wereldoorlog.
Onze cultuur wordt gekenmerkt door angst en afhankelijkheid. En onze politieke partijen door een commandodemocratie die onder meer andersdenkenden afstraft. Onze economie is een importeconomie die nauwelijks eigen inkomsten oplevert waardoor Suriname afhankelijk is van buitenlandse financiële hulp en leningen. Het samenspel tussen deze drie maatschappelijke domeinen resulteert al 45 jaar in corruptie, armoede en stagnatie.
Maatschappelijke transformatie
Voor duurzame ontwikkeling en economische rechtvaardigheid is een maatschappelijke transformatie nodig. De cultuur van de nieuwe maatschappij wordt gekenmerkt door moed, zelfrespect, eigenwaarde en zelfverantwoordelijkheid. Politieke partijen en het politieke bestuur worden gekenmerkt door participatiedemocratie waarin volledige inspraak van burgers in besluitvorming en in beleidsformulering en –uitvoering de norm is in het land. De economie wordt gekenmerkt door duurzame productieprocessen gericht op zelfvoorziening en export. Het samenspel tussen de drie domeinen organiseert transparantie, duurzame voorspoed, economische rechtvaardigheid en milieubescherming. Dit wordt in het model hieronder geïllustreerd.
De eerste vereiste voor deze transformatie is ‘de Grote Ontnuchtering’. Dat betekent het uitdrukkelijk opgeven van de ingenestelde verwachting dat politici zullen zorgen voor de onomkeerbare en voortdurende verbetering van de kwaliteit van ons leven en ons milieu. Deze verwachting wordt al 45 jaar niet waargemaakt en het heeft geen zin om nog hierop te hopen vanwege de historische aard en doelstellingen van ons politiek domein.
Verzuilde politiek
Ons politiek systeem wordt gekenmerkt door etnische verzuiling en patronage. De eerste drie grote politieke partijen werden in de vorige eeuw opgericht op basis van etniciteit: creolen, Hindostanen en Javanen. De samenleving werd zodoende georganiseerd in etnische zuilen. Elke etnische zuil had en heeft nog steeds onder andere zijn eigen verenigingen, eigen feestdagen, eigen scholen, eigen radio- en tv-stations, eigen kerken en eigen begraafplaatsen.
De onderlinge relaties binnen de etnische politieke partij werden vanaf de oprichting georganiseerd volgens patronageverhoudingen. Dat wil zeggen dat de hoger geplaatsten binnen de partij politieke steun, eerbetoon en loyaliteit verwachtten en kregen van de lager geplaatsten, in ruil voor gunsten zoals een baan bij de overheid, een vergunning, contracten, een stuk land, een volkswoning en al de andere zaken die mensen afhankelijk houden van de leiders in de zuil. De partijvoorzitters hadden bijna absolute macht; afwijkende en kritische meningen werden niet getolereerd. De interne bestuursstructuur van de etnische politieke partijen was een kopie van de commandocultuur van de plantage.
Dit politiek systeem functioneerde zonder al te veel fricties, omdat de leiders van de zuilen de beste maatjes waren en onderling afspraken maakten over het bestuur van het land. Horizontale migratie van de ene zuil naar de andere was voor ontevreden leden van een zuil geen optie, want een creool zou niet met open armen worden ontvangen in de Hindostaanse of Javaanse partij en omgekeerd. Elke zuilbaas was dus verzekerd van onvoorwaardelijke steun van de ‘achterban’ en dus van zijn politieke macht.
Dit politiek systeem is na de Onafhankelijkheid in 1975 en na de militaire coup in 1980 niet wezenlijk veranderd. Wat wel gebeurd is, is een her-organisatie van de onderlinge relaties tussen de etnische politieke zuilen.
Nieuwe zuil
De militairen die in 1980 de coup pleegden en in 1982 hun politieke tegenstanders vermoordden, hebben in 1987 een nieuwe politieke zuil toegevoegd aan het zuilenlandschap met drie verschillen. Het eerste was dat de nieuwe door de coupplegers opgerichte partij zogenaamd openstond voor alle burgers, ongeacht de etnische afkomst. De NDP presenteerde zichzelf bij de oprichting als een zuil met een opendeurpolitiek. Hierdoor kregen velen de mogelijkheid zich los te worstelen uit het autoritaire keurslijf van de etnische zuilen en hebben hun patronageheil gezocht in de NDP. Anderen die zich nooit comfortabel hebben gevoeld met het etnische zuilensysteem en dus ook geen actief lid waren van een etnische politieke partij, hebben zich ook bij de NDP aangesloten. Dit heeft tot gevolg gehad dat het zuilenlandschap nu in twee groepen is gereorganiseerd. Enerzijds de zogenaamde multi-etnische zuil van de NDP en anderzijds de zuilen waarin de mono-etnische partijen proberen multi-etnisch te worden.
Het tweede verschil was het verdiepen van het populisme van de etnische politieke partijen door de NDP, door expliciet te verkondigen dat zij de enige partij is die opkomt voor de belangen van het ‘echte volk’. Waar de partijen hun zuilen organiseerden langs etnische lijnen, waarbinnen alle economische klassen een plaats konden vinden, is de marketingstrategie van de NDP gebaseerd op een vijandig onderscheid tussen ‘het volk’ en ‘iedereen die niet tot het volk behoort’.
Deze laatste groep zijn de ‘vijanden van het volk’ en dus van de NDP. Dit zijn mensen, volgens de NDP, die heulen met buitenlanders, die hoog opgeleid zijn en die de politieke partij van de militairen willen dwarsbomen. Zij zijn de mensen die niet willen inzien hoeveel ontwikkeling de NDP heeft gebracht voor ‘het volk’. Maar de ‘vijanden’ zijn vooral de mensen die blijkbaar immuun zijn voor de gaslighting manipulatietechniek die de NDP heeft geïntroduceerd in de Surinaamse politiekvoering.
Gaslighting, het derde verschil waarvoor er geen goede Nederlandse vertaling bestaat, is volgens psychologen een specifieke vorm van manipulatie waarbij de manipulator tracht mensen te laten twijfelen aan hun eigen werkelijkheid, hun geheugen of hun waarnemingen. Door gaslighting creëert de NDP alternatieve werkelijkheden door bijvoorbeeld het glashard ontkennen van objectief waarneembare feitelijkheden. Ontkenningen, verdraaiingen en alternatieve werkelijkheden worden geloofd door vele leden en aanhangers van de partij, ongeacht hun opleidingsniveau.
Politiek als verdienmodel
Gasligthing is een noodzakelijk instrument voor de NDP om de werkelijke aard van zijn politiekvoering en de desastreuze gevolgen hiervan voor het uitverkoren ‘volk’ te verbergen. Want onder NDP-regeringen gaat de politiek als verdienmodel in overdrive.
Ons politiek systeem is al langer dan 45 jaar een verdienmodel met als doel een kleine groep mensen disproportioneel en corruptief te laten profiteren van de economische inspanningen van de meerderheid van de bevolking. Het heeft ook als doel het staatsapparaat te gebruiken als instrument voor zelfverrijking van de hooggeplaatsten in de partijen die de regeringen uitmaken en als dekmantel voor illegale praktijken. Dit politiek verdienmodel is een van de oorzaken van de voortdurende en groeiende economische ongelijkheid in ons land en van de angst van grote delen van de bevolking voor het verlies van hun inkomen. Politieke ondernemers beloven bescherming tegen dit inkomensverlies in ruil voor blinde loyaliteit.
Ons politiek domein is roofzuchtig en corrupt, mede als gevolg van het gebrek aan een sterk autonoom economisch domein en door de instandhouding van een cultuur van angst en afhankelijkheid. Dit stagnerend karakter van onze samenleving is het resultaat van decennialang bewust geen beleid maken om onze economie te moderniseren en te diversifiëren en om ons onderwijs (en dus onze cognitieve ontwikkeling) progressief te transformeren. Postkoloniale politici zijn doodsbang voor de economische en intellectuele vrijheid van de bevolking omdat, in hun optiek, dit een gevaar betekent voor hun verdienmodel.
Naar een nieuwe toekomst
Elke politieke partij die niet kan aangeven hoe een getransformeerd, modern en welvarend Suriname eruit ziet in zijn cultuur, politiek en economie houdt de burgers voor de gek. Zonder een analytisch goed beargumenteerde mens- en maatschappijvisie, die in de komende twintig jaar is ingebed in de complexiteit van de uitdagingen die wij als land en als planeet aanschouwen, is elke politieke partij slechts bezig met decoratie.
Maar, ala ogri e tya wan bun. Het historisch falen van het politiek domein van onze samenleving opent de mogelijkheid voor burgers om controle te nemen over onze toekomst, door acties die participatie, transparantie, modernisering, economische rechtvaardigheid en duurzaamheid afdwingen van het bestuursapparaat, dat door ons wordt gekozen en betaald. Eindelijk vrijheid! Eindelijk democratie!