Ook in barre tijden gaat het gewone leven door. Uitgerekend in deze coronatijden moet ik mijn rijbewijs verlengen, een omslachtige procedure. Ik begin met de grootste uitdaging. Die aanpak brengt mij allereerst naar het Centraal Bureau Burgerzaken (CBB), in de volksmond Burgerlijke Stand geheten, voor een ‘uittreksel’ (niet ouder dan zes maanden).
Tekst Anne Huits
In het verleden begaf ik mij naar het CBB-kantoor altijd met de moed der wanhoop, lood in mijn schoenen en bonzend hart. Het is, heb ik door de jaren heen geleerd, verstandig om eerst te bellen: zijn ze open? Zo ja, op welke tijden? Welke documenten moet ik kunnen overleggen en welke kosten zijn verbonden aan de transactie?
Zo voorbereid ga ik op stap. Het hek van het CBB wordt bij aankomst voor me opengeschoven door een dienstdoende ambtenaar, die me vriendelijk vraagt welk document ik nodig heb en me verwijst naar het juiste loket. Binnen is het rustig, ik ben direct aan de beurt, kan onmiddellijk betalen en een kwartier later sta ik met mijn document op straat.
De volgende uitdaging is het bemachtigen van een stortingskwitantie (leges) van SRD 60 te betalen bij enkele met name genoemde banken. Bij de bank van mijn keuze word ik ontvangen in een ‘feesttent’ en omringd door veiligheidsambtenaren die me een formulier aanreiken, op afstand helpen met het invullen van het rekeningnummer en verwijzen naar het juiste loket. Ik ben direct aan de beurt, ontvang mijn betaalbewijs. Een kwartier later sta ik met mijn betaalbewijs op straat.
Lees het hele artikel in het julinummer van Parbode
Nu populair
