Op bezoek bij Lucretia King-Van Ewijk, schooljuf in Bofokule – Parbode Sneak Peek
De 30-jarige schooljuf Lucretia King-Van Ewijk is al vier jaar werkzaam in het dorp Bofokule, Boven-Suriname. Juf Lucretia, die moeder is van vier kinderen waarvan twee in de stad wonen, vertelt dat alleen al de bootreis van Atjoni naar Bofokule acht uur kan duren.
Tekst Charissa Schmidt
Juffrouw Lucretia wordt net als de andere leerkrachten die in haar gebied werkzaam zijn, met vervoer van het onderwijsministerie naar Atjoni gebracht, waar de reis per boot wordt voortgezet. Als het vloed is duurt de totale reis zo’n acht uur, maar bij laagwater twee uur langer. “Soms vind ik het gevaarlijk met de kinderen in de boot, vooral wanneer het water laag is”, zegt Lucretia. “Bij eb trekken of stoten de bootsmannen de boot naar voren, omdat er op bepaalde plaatsen – vooral bij de sula’s – veel grote stenen zijn. Dat werkt vertragend.”
Lucretia vertelt dat ze op Bofokule in een tweekamerwoning woont. De voorzieningen zijn minimaal. “Als het volop regent is er in de durotank genoeg drinkwater. Zo niet, dan moet ik anderhalve kilometer naar de rivier lopen om water te halen. Het dorp heeft niet de hele dag stroom, alleen in de avonduren van zeven tot hooguit elf.”
Op werkdagen staat de juf ’s ochtends om 5 uur op. Nadat ze gebaad is, gaat ze direct koken. Tegen 6 uur wekt ze haar kinderen en maakt ze ze klaar voor de dag. Vervolgens gaat haar baby naar de oppas. “’s Morgens eten wij brood of beschuit en als dat er niet is, rijst”, vertelt Lucretia.
Onderwijssituatie
Op de OS Bofokule wordt er in het Nederlands onderwezen en wanneer iets onduidelijk is legt de juf dat uit in het Sranan of Saramaccaans. “Lesgeven in de stad is anders dan lesgeven in het binnenland. In de stad hoef je niet vaak te vertalen, omdat de meeste kinderen de Nederlandse taal begrijpen. De kinderen hier begrijpen bepaalde dingen eerder in hun moedertaal en moet je dus die twee talen combineren.
“De klassen zijn groot en de kinderen zijn verschillend, waardoor hun ontwikkeling traag verloopt. Er zijn kinderen die langzaam werken, niet willen werken of luidruchtig zijn. Deze kinderen hebben eigenlijk begeleiding nodig, maar in het binnenland is er geen maatschappelijk werkster. Het gaat om veel kinderen, waardoor zij de anderen beïnvloeden. Sommige kinderen willen jager of bootsman worden. Zelfs mijn zoon van 5 jaar vertelde me dat hij bootsman wil worden. De kinderen kiezen eerder voor een beroep dat in hun omgeving voorkomt.” Lucretia vertelt dat een jongen haar eens duidelijk maakte dat hij zijn best niet hoefde te doen op school, omdat hij later zijn geld zal verdienen met boottransport. “Als ik deze dingen hoor, voel ik mij geen goede leerkracht. Het zou anders zijn als de kinderen verschillende beroepen op televisie zouden kunnen zien, maar zo afgelegen kunnen we maar weinig kanalen ontvangen. Het meest wordt hier gekeken naar vertaalde Afrikaanse films, maar daaruit kunnen ze bijna niets leren.”
Lees het hele artikel in het augustusnummer van Parbode