Dominee Diana de Graven: ‘Ik vind niet dat we als kerk in lockdown moeten’ – Parbode Sneak Peek
‘Klop, klop, mag ik door?’ ‘Komt u verder, dominee. U bent al in mijn woonkamer en toch beseft u dat u mijn ruimte betreedt. Het is nu aan mij om mij kwetsbaar op te stellen’. Dit is de reconstructie van een recent gesprek dat dominee Diana de Graven met een stervende had tijdens de coronacrisis.
Tekst Mariam Lo Fo Wong
“Had ik dit gesprek vanwege de lockdown telefonisch gedaan, dan was ik niet zo nabijgekomen. Dan had ik deze diepte van menselijk contact niet bereikt”, zegt De Graven vol overtuiging. De Graven is predikant van de Hervormde Kerk Suriname en doet ook in tijden van COVID-19 haar pastoraal werk dicht bij de mens. Maar dan wel met inachtneming van de voorzorgsmaatregelen en in heldere communicatie over de handhaving van afspraken.
Dominee De Graven legt uit dat er drie wijkgemeentes van de Hervormde Kerk zijn in Paramaribo: de Morgensterkerk, de Bethlehemkerk en de Centrumkerk. Om de vijf jaar rouleren de hervormde predikanten tussen hun kerken. De Graven is nu voorganger van de Morgensterkerk, dichtbij Huize Prinses Margriet.
“We zijn van godswege geroepen om er te zijn voor onze medemens; dat kan met een gebed. Maar er zijn ook momenten waarop je medemens je lijfelijke aanwezigheid moet ervaren. Juist in deze tijd is het een uitdaging om in dezelfde ruimte troost te bieden en aanwezig te zijn. Want je kunt niet je armen om de persoon heenslaan. Ik vind niet dat we als kerk in lockdown moeten”, zegt De Graven.
Hoe het pastoraal werk in tijden van COVID-19 verder verloopt?
De Graven: “Bij een uitvaartdienst bel ik met de familie in het buitenland, zodat ik hun ervaringen met de overledene kan meenemen. Ik verzorg de erediensten via een livestream. Volgens mij is de verbinding met mijn gemeente sterker wanneer ik online ben. Er is een grote behoefte aan geloof en steun. COVID-19 werpt ons terug op onszelf en geeft ruimte tot nadenken. Het online bereik van de kerk is groter dan het kerkbezoek vóór COVID-19.”
Lees het hele artikel in het augustusnummer van Parbode