Stonfutu Armand van Alen (82): ‘Ik heb net zolang gezeurd totdat mijn ouders een geit voor me kochten’ – Parbode Sneak Peek
‘Ik ga een steenfabriek beginnen om dat rothout van jullie te beconcurreren!’. Dat waren ooit de woorden van Rene van Alen. “Want het begon allemaal bij mijn vader”, vertelt de nu 82-jarige Armand van Alen.
Tekst Renate Sluisdom
Rene van Alen was nadat hij slaags was geraakt met een handtastelijke leraar in Nederland, eerst in de houthandel in Nederland en Duitsland en daarna in de bosexploitatie in Suriname terechtgekomen. Toen hij op 50-jarige leeftijd door de gebroeders Picus en Pont weer naar de bosexploitatie werd verwezen, begon hij met VABI. Armand was ongeveer twaalf jaar toen pa de parmantige uitspraak deed. “Ons gezin was toen al verhuisd van de zaagmolen naar de Koningstraat. Op de zaagmolen ben ik vanaf ik drie jaar was, begonnen met geitenteelt. Ik heb mijn ouders net zo lang aan hun hoofd gezeurd totdat ze een geit voor me kochten.” Na een ondeugende proestlach, waarbij de tranen hem haast in de ogen springen, vervolgt hij: “Toen ik twaalf was had ik een kudde van twintig geiten, waarvan ik de meeste heb verkocht toen we verhuisden.”
Ondertussen ging de steenfabriek van pa zijn gangetje. Na een moeilijk opstartjaar en een concurrentiestrijd met de BEM, werd er een zeer grote order van Wageningen binnengehaald. Stenen van zowel VABI als BEM werden in Nederland getest, en de VABI-steen won de strijd. “Mijn ouders werkten beiden in het bedrijf, zonder voorlieden, dus ze konden één cent winst maken op elke steen, die toen 24 cent kostte. De BEM kon dat niet, en leed verlies, waardoor ze de kwaliteit gingen verschralen door minder cement in de stenen te doen.” Armand van Alen kwam op zijn twintigste in het bedrijf, “maar vanaf mijn veertiende was ik iedere dag na schooltijd in de fabriek, zonder betaling. Alleen in de vakanties werd ik betaald. Ik hielp met betonijzer vlechten. In die tijd was een salaris in deze branche ongeveer 3,50 per dag; ik maakte soms met dat ijzervlechten wel 8 gulden op een dag! En mi ben pot’ a moni dat’ aan de kant. Ik heb de AMS afgemaakt, want de landbouwschool waar ik naartoe had willen gaan, werd opgedoekt. Men wilde dat ik moest gaan studeren na de AMS, maar ik ben gaan werken. Ik werkte zeven dagen per week, nooit een dag vrij, nooit behoefte aan gehad.
Lees het hele artikel in het augustusnummer van Parbode