Ronnie Brunswijk – Van bankrover tot vicepresident – Parbode Sneak Peek
De partij van president Chandrikapersad Santokhi zou vandaag niet in de coalitiebanken zitten zonder de steun van ABOP-voorzitter Ronnie Brunswijk. Waar voormalig president Desiré Bouterse in zijn eentje het Surinaamse volk kon vertegenwoordigen, heeft Santokhi Brunswijk nodig. Het is een positie waar Brunswijk zich maar al te bewust van is. Het beloven dan ook vijf spannende jaren te worden.
Tekst Zoë Deceuninck
Op 1 juli werd bekend dat Ronnie Brunswijk (59), toen nog de nieuwe voorzitter van het parlement, positief was getest op het coronavirus. Vijf dagen later werd hij al ontslagen uit het ziekenhuis. Als dank voor de goede zorgen in ’s Lands Hospitaal heeft Brunswijk onder het personeel van de Intensive Care drie auto’s en SRD 5.000 verloot. Volgens de nieuwssite Waterkant, zouden de vijf verpleegsters die geen auto hebben gewonnen, elk SRD 10.000 hebben gekregen.
Voor wie Brunswijk kent, is deze vrijgevigheid niet vreemd. De eens zo gevreesde leider van het Jungle Commando heeft zijn ruig imago al enige tijd van zich afgeschud. Hij staat de laatste jaren vooral bekend om zijn helikoptervluchten, waarbij hij met geldbiljetten strooit boven zijn geboortedistrict Marowijne, en zijn belofte in 2014 om ‘alle armen rijk te maken’, terwijl hij enkele vrouwen biljetten van 100 US-dollar toestopt. ‘Als je 100 dollar nodig hebt, dan bel je Bravo’, zei Brunswijk, ook wel bekend als ‘Bigi Bravo’. Hij investeert maandelijks en naar eigen zeggen zo’n SRD 60.000 in zijn voetbalclub Inter Moengotapoe, waar hij zowel oprichter, voorzitter, eigenaar, hoofdsponsor, boegbeeld en (voormalig) speler van is. Hij bouwde een stadion dat hij naar zichzelf vernoemde en betaalt zijn spelers 1500 US-dollar per maand. Ook zou hij volgens jonge ABOP’er Gilbert van Lierop studenten van financiële steun voorzien zodat ze (verder) kunnen studeren in Paramaribo. “Hij helpt mensen waar hij kan, ook bijvoorbeeld met huishuur. Hij koopt machines om kwak te verwerken of rijst te pellen. Ik heb hem marrons zien helpen, maar ook Hindoestanen en Javanen”, zegt Van Lierop.
Brunswijk heeft een lange, wilde weg afgelegd voor hij zich nu officieel de 9de vicepresident van de Republiek Suriname mag noemen. Hij gaat er prat op dat hij zijn rijkdom verworven heeft door handel in goud. ‘En geld verdelen is mijn systeem’, zei hij in 2014. Twee jaar
eerder presenteerde Parbode in haar september-editie al een lijst van de top tien rijkste mannen in de Surinaamse goudwereld. Met stip op nummer één stond Brunswijk, (nog steeds) directeur van NV Robruns. Zijn goudbedrijf had in 2011 exploratierechten op ruim zevenduizend hectare aan de Marowijnerivier. Van de negen kleinmijnbouwrechten in Brokopondo heeft Brunswijk er zes op zijn naam staan, samen goed voor (minstens) 2000 hectare. Onze huidige vicepresident heeft ook jarenlang concessies gehad voor 6000 hectare houtkap. In 2011 blijkt uit statistieken van ’s Lands Bosbeheer dat Brunswijk de op twee na grootste houtproducent van Suriname was, met een productie van net geen 24.000 kubieke meter per jaar. Volgens Brunswijk heeft hij (enkele van) zijn concessies na afloop van de Binnenlandse Oorlog gekregen van Ronald Venetiaan, destijds president van Suriname, en zijn ze door achtereenvolgende regeringen in stand gehouden. Het was de bedoeling dat hij met deze concessies de binnenlanden zou ontwikkelen. Brunswijk en zijn familieleden zouden samen nog steeds iets meer dan tienduizend hectare aan houtconcessies beheren (Parbode, maart 2016, red.). Het binnenland is al die jaren echter niet ontwikkeld.
‘Levensgevaarlijk’
Brunswijk heeft ook vier veroordelingen op zijn naam staan, waarvan twee voor dezelfde daad: de inmiddels beruchte bankoverval in Moengo eind 1984 (zie ook kader: ‘Biografie van Brunswijk’, red.). In de opsporingsberichten die in 1985 in de Ware Tijd verschenen, werd Brunswijk ‘levensgevaarlijk’ geacht. Een van deze berichten was ondertekend door politie-inspecteur Chandrikapersad Santokhi, de huidige president van Suriname, die destijds een klopjacht opende op de man die 35 jaar later zijn vicepresident zou worden. Na het uitbreken van de Binnenlandse Oorlog in 1986, eiste Brunswijk in een communiqué de verantwoordelijkheid voor de overvallen (de bankoverval in Moengo was de eerste, maar niet de laatste, red.) op. Brunswijk is ook veroordeeld voor het neerschieten van een vermeende inbreker en in 1999 werd hij door de rechtbank van Haarlem, Nederland, bij verstek veroordeeld voor cocaïnesmokkel. Hierdoor staat hij nog altijd op de opsporingslijst van Interpol. Brunswijk heeft vonnissen van vijf jaar, tien maanden, acht maanden (waarvan zes voorwaardelijk) en zes jaar op zijn naam staan, maar heeft in totaal maar twee maanden straf uitgezeten.
Zoals Alfred E. Newman – de fictieve mascotte van het Amerikaanse MAD Magazine – ooit zei: ‘Crime does not pay … as well as politics’. In 1996 sloot Brunswijk zich aan bij de Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij (ABOP), in de rol van tweede penningmeester. Niet lang na zijn aantreden werd hij tijdens een algemeen congres tot voorzitter gebombardeerd. Zijn snelle promotie heeft waarschijnlijk veel te maken met het feit dat de partij is ontstaan in Marowijne en het levenslicht zag in 1990, tijdens de Binnenlandse Oorlog. Brunswijk was destijds hoofd van het Jungle Commando, nadat hij in 1986 de wapens had opgenomen tegen toenmalig dictator Desiré Bouterse, die de leiding had over het Nationaal Leger. ABOP behaalde tijdens de eerste verkiezingen geen enkele parlementszetel, tot Brunswijk in 2005 zijn intrede deed in het parlement. Toenmalig president Venetiaan hees Brunswijk meteen aan boord om zijn Nieuw Front in het zadel te kunnen houden. Brunswijks parlementaire bijdrage bleef bescheiden, tot hij in 2007 in opspraak kwam omdat hij collega Rashied Doekhie (NDP) enkele rake klappen gaf in het hoogste college van staat. Het was niet de eerste noch de laatste keer dat Brunswijk zijn zelfbeheersing verloor, in en buiten het parlement. Ook op – en naast – het voetbalveld heeft Brunswijk al heel wat controverse op zijn naam geschreven. Nog in 2012 werd hij als speler van Inter Moengotapoe geschorst door de Surinaamse Voetbalbond vanwege wangedrag op het veld.
In 2010 moest president Venetiaan plaatsmaken voor Bouterse, die met zijn Nationale Democratische Partij (NDP) 19 van de 51 zetels binnenhaalde. Tegen alle verwachtingen in ging Bouterse een samenwerking aan met Brunswijk, die in de jaren tachtig zowel zijn lijfwacht als oorlogsrivaal is geweest. Een week vóór de verkiezingen had Brunswijk zijn achterban nog opgeroepen om niet op Bouterse te stemmen, omdat die ze anders ‘zou vermoorden’. Bouterse zelf maakte Brunswijk op podia belachelijk en gaf aan nooit met een man te zullen samenwerken ‘die blanke huurlingen tegen zijn eigen volk had ingezet’, doelend op de steun die Brunswijk vanuit Nederland kreeg tijdens de Binnenlandse Oorlog. Maar twintig jaar later was Brunswijk nodig om tweederdemeerderheid van de zetels te behalen, en alleen daarmee kon Bouterse rechtstreeks gekozen worden tot president van Suriname. Brunswijk zelf mocht zich in 2010 hoofdbeleidsadviseur van drie ministeries, fractievoorzitter van A Combinatie (een voormalig politiek blok van de partijen ABOP, BEP en Seeka, red.) en ‘eerste vice-vicevoorzitter’ van het parlement noemen, samen goed voor vele tienduizenden Surinaamse dollars aan salaris per maand.
Lees het hele artikel in het oktobernummer van Parbode