Surinaamse School: Kulturu, Afro-Surinaamse geschiedenis op doek – Parbode Sneak Peek
Het samenleven van verschillende culturen naast elkaar in Suriname is een mooi gegeven. Ondanks dat in mijn ervaring de culturen iets teveel ‘naast’ in plaats van ‘met’ elkaar leven, kan een dergelijke hybriditeit zorgen voor allerlei vernieuwende fusions en cross-overs. Desalniettemin richt ik de focus in dit artikel op de ontwikkelingen binnen de Afro-Surinaamse beeldende kunst.
Door Bart Krieger
Ten eerste omdat de Afro-Surinaamse kunst een grote impact op mij heeft. Dat heeft te maken met de kwaliteit en kracht die daarvan uitgaat. Ongetwijfeld ook een smaakkwestie die wellicht verbonden is met mijn eigen Afro-Surinaamse roots. Dit gezegd hebbende, is het kunsthistorische argument doorslaggevend. De ontstaansgeschiedenis en de ontwikkelingen van Afro-Surinaamse beeldende kunst tonen grote verbondenheid met de ontwikkelingen van beeldende kunst in de Guyana’s, het Caribisch gebied en de Verenigde Staten. Omdat de tot slaaf gemaakte zwarte mensen in deze gebieden alles was ontnomen, moesten ze vanaf hun ontvoering en ontheemding alles opnieuw uitvinden en materialiseren. Hun enige bezit was immers immaterieel: het collectieve geheugen en de kennis die ze levend hielden in onder andere hun zang-, vertel- en danstradities.
Als iconograaf/kunsthistoricus ben ik geïnteresseerd in Afro-specifieke genres en symboliek van de Afro-Surinaamse beeldende kunst. De thema’s van de Afro-Surinaamse schilderkunst vallen voor mij grofweg uiteen in vier categorieën: slavernij en vervolging (‘Black Holocaust’), het ‘tropische’ leven van alledag, Afro-futurisme en Afro-cultuur (spiritualiteit en religie met alle bijbehorende rituelen). In feite staan ze voor respectievelijk het verleden, heden, de toekomst en wat die drie perspectieven verbindt. Binnen de categorieën zijn nieuwe thema’s ontstaan die parallellen vertonen met de ontwikkelingen van beeldende kunst in de Afro-Amerikaanse diaspora.
Het leven van alledag (categorie 2), dat bestaat uit wonen, werken en recreëren, behoeft geen illustratie. Iedereen kan ze voor de geest halen: de prasi-oso’s, de bedrijvigheid op de markten en spelende kinderen op het erf. Op het Afro-futurisme zal ik een andere keer ingaan.
Met een aantal voorbeelden zal ik ‘Black Holocaust’ (categorie 1) en Afro-cultuur (categorie 4) illustreren.
Bijna alle Afro-Surinaamse kunstenaars hebben zich gewaagd aan het verbeelden van (aspecten van) de trans-Atlantische slavenhandel. Nola Hatterman ging hen voor met de serie historiestukken die ze midden jaren 70 voltooide. De spin-off van de iconische reeks waarin het leven van Boni centraal staat, leverde mijns inziens een nieuw genre in de Surinaamse beeldende kunst op, namelijk ‘de vlucht’. Zo kwam ik in Suriname een mooi voorbeeld van Rinaldo Klas tegen in het presidentieel paleis.Het doek van Klas is geen historiestuk, omdat het niet gaat om een specifieke slaaf of verzetsheld. De door het bos vluchtende jongens staan symbool voor verzet en vrijheid.
Lees het hele artikel in het oktobernummer van Parbode