Memre: Rudy Ronald Bedacht
Zweden, Nederland, Panama, Bonaire, Suriname, allemaal landen waar Rudy Bedacht langere tijd gewoond en gewerkt heeft. ‘Ik was weinig honkvast en bezocht meer dan twintig landen in Europa, Latijns-Amerika en Azië, om er te werken of te studeren’, vertelt hij in Parbode november 2018.
Tekst Carl Breeveld
Opvallend is wel dat hij via poëzie, proza en als muziekdocent en componist, altijd een link met Suriname heeft behouden. Corly Verlooghen, zijn schrijversnaam, gebruikte hij tegen het einde van zijn leven niet meer. Dat houdt verband met zijn zoon legt hij in Parbode uit. ‘Hem heb ik naar mijn pseudoniem vernoemd. Reden dat ik die naam zelf niet meer gebruiken kan. Hij is al 54’.
Rudy werd geboren als zoon van Ignatius Bedacht en Theresia Bedacht‑Slagveer en ging naar de Sint Paulus muloschool. Daar werden zijn muziek- en taalvaardigheidstalenten door frater Cornelius Jansen gestimuleerd. Hij behaalde de hulponderwijzersakte en werd een goede gitarist en mandolinespeler. In Amsterdam studeerde hij Nederlands en journalistiek en keerde eind jaren 50 naar Suriname terug.
Bij de Regeringsvoorlichtingsdienst kwam hij samen met Eugenius Waaldijk en Frits Pengel, twee andere medewerkers, in conflict met het diensthoofd. Door hen werd toen besloten met De Vrije Stem (het weekblad, later dagblad, red.) te beginnen. Michiel van Kempen geeft in Caraïbisch Uitzicht een beeld van zijn literair begin in 1960. ‘Kans op onweer opent met de voor een eerste Nederlandstalige bundel in Suriname programmatische regels: De durf te schrijven bliksemt/het slapend volk op de been. Een gedicht als ‘Identifikatie’ zou, vooral door de bloemlezing Wortoe d’e tan abra die Shrinivási in 1970 samenstelde, nationale bekendheid krijgen in een land dat snakte naar regels die de trots op de eigenheid verwoordden’. Op de omslag van zijn bundel De glinsterende Revolutie, legt hij zijn drijfveer om te dichten uit. ‘Mijn roeping houdt onder meer in, mee te werken aan de scholing van mijn volk tot dieper nationaal bewustzijn. Hetgeen zal moeten leiden tot een bevrijdende nationale identiteit’.
In 1962 vertrekt Bedacht naar Europa, woont enige tijd in Barcelona en Mallorca en vestigt zich daarna in Nederland. In Zweden studeerde hij musicologie en gitaar aan het Conservatorium in Stockholm en werkte daar van 1966-1979 als docent aan de Universiteit van Uppsala. Aan het einde van zijn leven stonden tientallen boeken op zijn naam evenals een lesmethode, Algemeen Vormend Muziekonderwijs, en vele composities. “Mijn oom was een muzikaal wereldburger, een kunstenaar pur sang die door zijn Zuid-Amerikaans bloed, vol passie muziek en poëzie ademde.
Ik voel mij vereerd zijn geliefde guitarra querida te hebben geërfd”, zegt Michael Leysner in zijn eerbetoon. Oscar Harris verwoordt zijn condoleance veelzeggend: ‘Je zal altijd in mijn gedachten blijven, omdat jij degene bent die het mooie Surinaamse lied Unu egi pasi geschreven hebt. Waka bun mi lobi mati, waka yu eygi pasi now’. De betrekkelijkheid van het leven was ook voor de dynamische Bedacht een realiteit, zoals hij dat verwoordt in het gedicht Oud worden:
Na al die jaren
houdt men niet veel over:
Dromen verschrompelen
vrienden vergaan tot stof
Men weet niet wie men volgen moet
en wat men moet geloven
Men weet niet of men leeft
of doet alsof.
[Juich maar niet te vroeg, 1979]