Voorwoord: Onder het mom van corona
Van lockdown tot avondklok, samenscholingsverbod en mondkapplicht: onder het mom van het bezweren van de coronacrisis hebben burgers nogal wat over zich heen gekregen in de afgelopen maanden. Net als in andere landen hebben genoemde coronaverordeningen ook in Suriname tot een maatschappelijk debat geleid over de mate waarin democratie en rechtsstaat onder druk zijn komen te staan. Alles wijst er bijvoorbeeld op dat de toenmalige regering-Bouterse de COVID-19-crisis aangreep om eigen belangen veilig te stellen en corruptie te plegen. Het paarse regiem gaf zichzelf volmacht om democratische controlemechanismen uit te schakelen en als een dief in de nacht wetgeving door te voeren, waardoor miljoenen naar eigen inzichten konden worden besteed.
Voor Parbode aanleiding om door middel van dit COVID-19-themanummer na te gaan hoe onder meer de miljoenen uit het COVID-19-noodfonds zijn besteed en hoe (overheids)instituten in dit nieuwe tijdperk functioneren. Het Parbodeteam ging de straat op en enquêteerde vele burgers over de ingrijpende vrijheidsbeperkingen en de effecten op het dagelijks leven.
Hoewel het gros van de respondenten aangaf dat de maatregelen als erg zwaar worden ervaren, konden ze in het algemeen toch begrip opbrengen voor de strenge coronaregels. Er zou wat hen betreft zelfs nog meer controle mogen worden uitgeoefend op de naleving daarvan. En waar vooral in Nederland zo moeilijk wordt gedaan over mondkapjes, worden die lapjes textiel zonder morren door Surinaamse burgers gedragen. Maar gezien de recente corona-uitbraken, onder met name politici die zich blijkbaar onschendbaar waanden voor het virus, is dat wellicht gewoon een kwestie van gezond verstand: te yu mati barba e bron, yu bigin nati di fu yu.