Schrijfster Henna Goudzand Nahar: ‘De Onafhankelijkheid is een ‘life event’ in ons leven’ – Parbode Sneak Peek
De geur van bruine bonen, de derde roman van Henna Goudzand Nahar, heeft als hoofdfiguur Ilse Madrettor, een Surinaamse leerkracht in Amsterdam. In 2011 won Goudzand Nahar de tweede prijs in de verhalenwedstrijd van de Ware Tijd Literair.
Tekst Sandra Smit
Henna Goudzand Nahar (66) is docente Nederlands en publiceerde eerst in Suriname jeugdliteratuur en korte verhalen, in Nederland kwamen daar romans bij. Ze is geboren in Paramaribo als vierde kind van de vijf in het gezin Goudzand. In Suriname heeft ze Nederlands MO-B gedaan en in België en Nederland behaalde zij het doctoraal Algemene Literatuurwetenschappen. Taal is haar passie en naar eigen zeggen zal zij blijven schrijven zolang zij het plezier daarin behoudt.
In oktober 2019 verscheen het schoolboek (over) De stille plantage van Albert Helman dat Goudzand Nahar samen met Michiel van Kempen schreef. Over dit boek is meer te lezen op de website van Amsterdam University Press, AUP.
In haar eerste roman Hele dagen in de regen (1999) staat de verhouding tussen marrons en stadscreolen centraal. Haar tweede roman Over het zoute water (2015) heeft als thema de slavernij. Over haar derde roman vertelt Goudzand Nahar graag wat meer.
Hoe kwam je aan het onderwerp voor de nieuwe roman?
“De Onafhankelijkheid speelt een belangrijke rol in dit boek. Het is een ‘life-event’ voor Suriname en ons, Surinamers. De verschillende groepen hadden een balans weten te vinden om samen te leven. Daar was dan het moment waarop iedereen voor een keuze stond: bleef je Nederlander of werd je Surinamer. Omdat de eerste keuze tot migratie dwong, was de impact groot. Families, vriendengroepen en buurten vielen uiteen. Zelfs gezinsleden raakten van elkaar vervreemd door de vele kilometers die er tussen hen in kwamen te liggen en de totaal andere werkelijkheid waarin ze gingen leven. Ilse, de hoofdfiguur in mijn nieuwe roman, en haar partner Henk, waren pubers tijdens de Onafhankelijkheid en ze werden aanvankelijk beiden door hun moeders achtergelaten in Suriname.”
Lees verder in het januarinummer van de Parbode.
Nu ook digitaal abonneren mogelijk