Opinie: Mijn hart in duizend stukken – Parbode Sneak Peek
Recentelijk ben ik, docent Nederlands zijnde, gevraagd enkele buitenlandse stafmedewerkers van een grote Surinaamse instelling, Nederlandse les te geven. Ik heb er direct mee ingestemd; het verzorgen van NT2-lessen (= Nederlands als tweede taal) is een van mijn geliefde bezigheden.
Tekst Renate Sluisdom
Het zijn vijf zwaar gemotiveerde mensen, allemaal Engelstalig. Ze waren zeer enthousiast toen bleek dat het niet ging om saaie grammatica-lesjes, maar bruisende conversatielessen. Dus spraken ze vol lof over mij en mijn lesmateriaal met hun collega-staffers.
En nu komt het, dat wat me al weken dwarszit. Een van de collega-staffers had gezegd: ‘Binnenkort zullen jullie (de cursisten) beter Nederlands spreken dan wij, Surinamers’. Tot hier zouden we kunnen denken dat het gaat om een verpakt complimentje voor de onvolprezen Nederlands juf. Maar dat was het niet helemaal, want de spreker vervolgde: ‘Want wij Surinamers beheersen het Nederlands slecht’. Mijn docent-Nederlandshart brak in duizend stukken. Hoe in de naam van de Almachtige komt een Surinaamse, hoogontwikkelde, stafmedewerker erbij om te denken, en ook nog te zeggen, dat ‘wij Surinamers’ het Nederlands slecht beheersen? Dat Guyanezen, Barbadianen en Trinidadianen na drie maanden les de taal beter zullen gaan beheersen dan Surinamers die van geboorte af aan met de taal in contact zijn?
Lees dit artikel verder in de februari-editie van de Parbode, nu ook digitaal verkrijgbaar