Stonfutu Leonie Rozenblad-Promes (84): ‘Het was verboden om goud naar de stad te vervoeren’ – Parbode Sneak Peek
Oma Leonie Rozenblad-Promes is geboren in Coronie en komt uit een gezin van drie kinderen. Ze verhuisde als baby van tien maanden naar de Pontenwerfstraat (nu Anton de Komstraat), waar ze grotendeels is opgegroeid bij haar vaders zus, die zelf geen kinderen had.
Door Stacy Echteld
De opvoeding van pleegmoeder Ma Rosa ervoer ze als heel streng. “Mi no ben mag plei nanga den birti pikin. Na school moest ik meteen naar huis, waar ik wel met een nicht mocht spelen. Vóór vijf uur ’s middags moest ik al thuis zijn. Te mi yere a sirene fu a treinstation na Bekoisi, dan m’e lon gwa oso. M’e taygi den trawan tak’ me gwe, noso mi b’o kis’ fonfon.” [als ze te laat thuis kwam, kreeg ze pakslaag.] Oma Leonie onthult dat Ma Rosa geen gewone huisvrouw was. “Mijn pleegmoeder was een vriendin van Maxi Linder. Zij waren collega’s. Den sma b’e ferwondru te den ben aksi mi ef’ na en kweki mi. Den no ben wan bribi.” Pas toen Leonie zelf een kind had gekregen, begreep ze dat Ma Rosa ’s wereld oudste beroep uitoefende. “Mofoneti mi ben gi mi dochter borst. Dan ma Rosa taygi mi: ‘Go in’ a kamra nanga a pikin f’ yu’. Mi ati e bron, ma toch mi go. Di mi go piep, mi syi wan sma go ini a kamra. Mi tak’ mi Gado! Mi ben syen fu tru. Tutenti yari mi ben abi di mi kon ferstan a tori.” [Ze begreep lang niet waarom ze uit de kamer moest als ze haar dochtertje de borst gaf, pas veel later begreep ze wat er gaande was.]
Oma Leonie vertelt dat ze op haar twaalfde twee jaar in Saramacca heeft gewoond, ook woonde ze een tijdje in Brokopondo, in gowtu busi. Met haar pleegmoeder reisde ze vaak af naar haar geboortedistrict. Het afwisselend wonen in de districten vond zij niet prettig, maar ze blikt met prettige herinneringen terug op die tijd. “A libi in’ Coronie mi ben lobi, omdat een overgroot deel van de familie daar woonde. Ik kon met mijn nichten en neven spelen en samen verzamelden wij kokosnoten. Te w’e fen’ 300 kronto, dan tante bor’ oli, a seri en, dan kande w’e kis’ 5 gulden of 2,50.”
Lees dit artikel verder in het maartnummer van de Parbode, ook digitaal verkrijgbaar