Armand Achaibersing: ‘Er is geen toverstok, we moeten door het dal’ – Parbode Sneak Peek
Tijdens de Nieuwjaarsrede van de Vereniging van Economisten in Suriname, gehouden op 12 januari, ging minister Armand Achaibersing van Financiën en Planning in op de financieel-economische situatie, die nog veel ‘onrooskleuriger’ bleek te zijn dan de nieuwe regering had verwacht. “Als ik in juni 2020, toen mij gevraagd werd om minister te worden, wist wat ik vandaag weet, had ik waarschijnlijk geen ja gezegd”, grapte hij. “De vorige regering is zeer onverantwoord omgesprongen met staatsmiddelen en staatseigendommen.”
Tekst Samantha Waridjan
De ernstige financieel-economische crisis waarin Suriname zich bevindt, is volgens de minister, vooral vanwege de ondragelijke schuldenlast die is opgebouwd, diepgaander dan vorige crises. “De bauxietsector is verdwenen, de bananen- en de luchtvaartsector zitten in grote problemen, en het overheidsapparaat is uitgebreid zonder verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening. Daarbovenop zijn de economie en samenleving sinds april 2020 getroffen door de effecten van COVID-19”, somt hij op.
Toen tussen 2013 en 2016 de exportinkomsten verminderden en er bezuinigd moest worden, namen de overheidsuitgaven juist buitensporig toe, en werden gefinancierd middels leningen. Volgens Achaibersing werden vele rekeningen voor leveringen aan de overheid niet betaald, waardoor het leek alsof er weinig aan de hand was. Staatseigendommen, waaronder auto’s en computers, waren verdwenen of vernietigd en belangrijke documenten waren onvindbaar. Vóór de verkiezingen werden duizenden personen in overheidsdienst genomen en werden buitensporige loonsverhogingen verstrekt. Corruptie en onethisch gedrag van vele overheidsfunctionarissen waren norm geworden. Het contraproductief beleid werd keer op keer goedgekeurd door De Nationale Assemblée (DNA).
Schuldenlast
De begroting voor 2021 toont een deel van onze economische problemen, gaf Achaibersing aan. De overheid verwacht in 2021 zo’n SRD 15,3 miljard te zullen binnenharken, terwijl de uitgaven op SRD 22,1 miljard zijn begroot.
Lees dit artikel verder in het maartnummer van de Parbode, ook digitaal verkrijgbaar