Opinie: Nazorg kapvakken, soep met balletjes – Parbode Sneak Peek
Het valt steeds vaker op dat personen die een houtconcessie op zak hebben, denken dat ze à la dol bomen kunnen omhakken. Er zijn echter hele duidelijke regels voor houtkap vastgelegd in de Wet Bosbeheer.
Tekst Karin Brunings
Samen met uitvoeringsbesluiten is die wet er om ervoor te zorgen dat de houtexploitatie voldoet aan de vereisten van duurzaam bosbeheer.
Wanneer een concessionaris nu houtkapactiviteiten wil gaan ontwikkelen op zijn concessie, dient hij een exploitatieplan in te dienen ter goedkeuring. Wie echter vanuit een vliegtuig Suriname overziet kan een heleboel open plekken zien. Ik denk dan what went wrong, geen exploitatieplan! In elk exploitatieplan wordt namelijk niet alleen aangegeven hoe de concessie-eigenaar denkt dat bomen geveld, uitgesleept en vervoerd zullen worden, maar wordt ook rekening gehouden met economische, sociale en milieu-aspecten. In elk exploitatieplan zijn voorts duidelijke kapvakken aangegeven. Niemand mag zomaar een kapvak leegkappen.
Een kapvak is ongeveer honderd tot zeshonderd hectaren groot, heeft een nummer en moet zoveel als mogelijk natuurgrenzen hebben. Bovendien moet ook met de nazorg van een kapvak rekening gehouden worden. Zo zijn er voorschriften voor houtkap opgesteld hoe men te werk moet gaan in een kapvak. Enkele van deze voorschriften zijn dat het maximale hout dat gekapt mag worden 25 kubieke meter per hectare is en dat de afstand tussen het vellen van bomen niet kleiner mag zijn dan tien meter. Ook bij het uitslepen van de gevelde bomen zijn er richtlijnen hoe dat moet plaatsvinden, maar ik zal die hier niet allemaal opnoemen.
Lees verder in het meinummer van Parbode, ook digitaal verkrijgbaar