Essay: Blauw-gele ara’s – Parbode Sneak Peek
Onlangs ben ik, na toch wat aarzeling, verhuisd vanuit Paramaribo naar Commewijne. Ik was een woning in Paramaribo aan het zoeken, toen iemand me vroeg: ‘Waarom niet in Commewijne?’. Tja, waarom niet, maar toch twijfel je. Want: zal er niet te veel file over de Bosjebrug zijn om naar het werk te gaan? Of: zal internet daar wel werken?
Door Dominiek Plouvier
Och, we gaan ervoor, zoals altijd! Zes maanden later heb ik maar één woord voor wonen in Commewijne: heerlijk! Ik woon ergens aan het eind van een niet verhard zijpaadje op Tamansari; je bent ver weg van het lawaai van de hoofdweg, de Oost-Westverbinding. De buren zijn ‘rustige’ mensen: veel oudere stadsmensen die hun loopbaan in de stad hebben beëindigd en de rust opzoeken, enkele Javanen en een familie uit Guyana met Hindostaanse roots. Nu en dan komen wat stoere jongens met saka bruku met hun wagen langs en al gauw hoor ik dat het Aucaanse mannen zijn op zoek naar podosiri, dé nummer 1-lekkernij onder de Okanisi, en eigenlijk bij alle marrons hoor.
Op Commewijne geniet ik mateloos van de ruimte – dat vooral –, maar ook van de rust. Achterin kijk ik vanaf het balkon naar een stukje herstellend zwampbos, met veel switbonki (Inga ingoides), tafrabon (Cordia tetrandra), bospapaja (Cecropia spp.) en hier en daar een opkomende baboenboom (Virola surinamensis). Wie oplet, merkt de verandering van de vegetatie op, week na week: nu eens bloeit de kaw ai liaan (Mucuna sloanei), dan weer de sukrudjani (Securidaca diversifolia) of je ziet een bloeiende struik in de onderlaag van het bos. Ook de vogels zijn heerlijk, vooral ’s morgens natuurlijk, nog meer vogelsoorten hier dan in de stad. ’s Avonds is het terras echter vol met muskieten, en ook al ‘w’e gwenti nanga busi’, toch zijn het er best wel ‘te’ veel in deze regentijd. Je gaat dan maar naar binnen. ’s Morgens tref je de meest uiteenlopende insecten op je terras aan: bidsprinkhanen, waterkevers, cicades, … en je baant je telkens weer een weg tussen de padden op de vloer en de plak todo boven je hoofd. Niet voor iedereen dus, dit zwampbos van Commewijne, maar ik geniet enorm.
Groepjes ara’s
Sedert een paar maanden zie ik bijna elke morgen blauw-gele ara’s (Ara ararauna) overvliegen, hoog! Meestal in groepjes van twee of drie, soms vier of zes. Maar zaterdag had ik een groepje van zestien, blijdschap all-over! Schreeuwend en krijsend, die tjamba-raven!
Lees dit artikel verder in het augustusnummer van Parbode. Nu ook een digitaal abonnement mogelijk