COVID-19-uitvaarten: de een zijn dood, de ander zijn brood? – Parbode Sneak Peek
Ons land registreerde maandenlang ‘slechts’ enkele COVID-19-doden. Totdat het virus met al zijn varianten echt greep kreeg op de Surinaamse samenleving. Inmiddels slaat COVID-19 genadeloos toe. Onder vrijwel elke etnische groep lopen, in de tiende versnelling, de coronadoden rap op. De uitvaartbranche vaart er wel bij, zou men zeggen. Of toch niet?
Tekst Arjen Stikvoort Beeld Raúl Neijhorst
Er klinkt een luid gezang vóór de aula van Mariusrust, de begraafplaats van de Evangelische Broedergemeente in Suriname (EBGS). De zon schittert hoog aan de hemel. Het is heet rond het middaguur. De genodigden die hun laatste eer komen bewijzen aan de overledene, komen en gaan. De familie zit vóór de kist. De predikant vertelt zijn verhaal. De ceremonie vindt in de openlucht plaats. Sommigen dragen gepaste witte kleding. Er wordt gezongen, een man blaast een deuntje op zijn trompet.
Saskia Pinas kijkt vredig toe. “Ik vind het moeilijk om op zo’n begrafenis mijn dierbaren te troosten. Corona laat dat niet toe. We moeten afstand houden. We zijn gewend om de familie, onze dierbaren, te omhelzen, een stevige handdruk of een warme brasa te geven om hen te steunen. Dit is eigenlijk mensonwaardig.”
Coronaproof
Harold Soekhnandan is manager van dodenakker Mariusrust. Hij vertelt dat er naast de reguliere uitvaarten, begrafenissen van COVID-19-overledenen plaatsvinden op deze Hernhutterse kerkhof aan de Dr. Sophie Redmondstraat. “We begraven hier ongeveer drie tot vier coronadoden per week. We zijn uiterst voorzichtig en doen alles via het voorgeschreven protocol dat ons is opgedragen door het ministerie van Volksgezondheid.” Naar zeggen van Soekhnandan voelt hij zich vanwege zijn volledige vaccinatie iets veiliger, maar hij is en blijft waakzaam. “We hebben handschoenen, mondkapjes, handsanitizer en we houden afstand”, vertelt de begraafplaatstoezichthouder vanuit zijn kantoor op de begraafplaats. “Doordat het coronavirus nu langer onder ons is, gaan sommige begrafenisrituelen iets soepeler. Dit komt omdat we nu meer van het virus weten. Zo mocht vorig jaar niet traditiegetrouw gedanst worden bij een uitvaart zoals gebruikelijk is bij sommige bevolkingsgroepen. Maar nu mag dat onder bepaalde restricties wel.” Ook hoeft de ruimte waar de kist de grond in wordt getild niet meer met chloor besprenkeld te worden, legt Soekhnandan uit. “Want het blijkt dat de overledene geen grote bron van infectie meer is.”
Maritha Huisraad is een goede kennis van de overledene. Ook zij vindt het moeilijk om op zo’n koele wijze afscheid te moeten nemen. “We zijn gewend te dansen, muziek te maken en lang en dicht bij de familie te zijn. Dat gebeurt dan meestal binnen in een aula, maar nu vanwege corona, vindt alles in de buitenlucht plaats. Het is komen, afscheid nemen en weer vertrekken. Zo jammer.”
“Corona is helemaal nieuw, we hebben ervan geleerd. Ook de mensen zijn zich veel bewuster en verantwoordelijker gaan opstellen tijdens de uitvaart”, zegt Soekhnandan. “Voorheen moest ik vaker de mensen aanspreken om genoeg afstand tot elkaar te bewaren. Nu hoef ik dat minder vaak te zeggen.” Er gelden strikte regels bij een COVID-19-uitvaart, benadrukt de begraafplaatsmanager. De uitvaartondernemer ontsmet grondig de omgeving, de aula, waar de kist komt te staan. De kist blijft gesloten. Alleen door een venstertje kan men de dierbare nog zien.
‘Dood gaan we allemaal’
Uitvaartondernemer Roy Radjbali van Hamdard Uitvaartzorg heeft het sinds vorig jaar bijzonder druk vanwege de COVID-19-situatie. “We komen op ongeveer vijf tot zeven uitvaarten per dag, inclusief die van COVID-19. Dat is veel.” Extra timmerlieden voor de lijkkisten en chauffeurs werden noodgedwongen toegevoegd aan het personeelsbestand.
Radjbali merkt voorts op dat niet alleen zijn uitvaartonderneming COVID-19-overledenen mag begraven en cremeren. “Het is aan de familie voor welke uitvaartonderneming zij kiezen. Echter hebben wij, samen met Uitvaartverzorging M.J. Poese, vanwege een speciale COVID-19-training die we gevolgd hebben en de faciliteiten die wij hebben, de bevoegdheid om de lichamen te transporteren van de plek van overlijden naar het mortuarium van het Regionaal Ziekenhuis Wanica.” Er gelden overigens zeer strenge voorwaarden zoals het omgaan met de lichamen bij in- en uitladen, de bodybags en het volgen van bepaalde ontsmettingsprocedures.
Radjbali heeft naar eigen zeggen veel ervaring met hectiek in de uitvaartbranche. Hij refereert daarbij aan de SLM-vliegtuigramp in 1989, maar beaamt dat er nu een uitdaging is omdat de drukte maar blijft doorgaan en het einde nog niet in zicht is. Een struikelpunt is bovendien de uit het buitenland overkomende families die de uitvaarten vertragen. “We willen zo snel mogelijk begraven of cremeren om niet met een overschot aan lichamen te blijven zitten. Maar dat gaat natuurlijk ook niet zomaar. Families nemen tijd om uitvaartkleding te maken voor hun overleden vader, moeder, tante of oom, of ze wachten tot zij de financiën bij elkaar hebben. Maar hoe langer je wacht, hoe duurder de uitvaart wordt”, benadrukt Radjbali. “Ze kunnen het wel betalen. En het ministerie van Sociale Zaken steunt met SRD 10.000 voor elke COVID-19-overledene, maar daarvoor moeten allerlei formulieren worden ingevuld. Dat weerhoudt mensen de aanvraag in te dienen.”
Eric Tijdmeter, die vandaag te Mariusrust zijn laatste eer aan een overledene komt bewijzen, vindt het opmerkelijk dat COVID-19-uitvaarten erg kostbaar zijn. “De bedragen rijzen de pan uit. Voor mij maakt het niet uit of het een specifieke COVID-19-uitvaart is of een gewone. Ik ben nooit zo close, leg evenmin mijn hand op het lichaam van de overledene. Ik sta even stil bij de kist, kijk en vertrek. Dat is mijn afscheid.”
Radjbali heeft veel geleerd. Vooral hoe om te gaan met de hygiëne. Bang om zelf besmet te raken is de uitvaartondernemer niet. “Ik ben volledig gevaccineerd. En als we naar de mortuaria of ziekenhuizen moeten, dragen we de personal protective equipment, PPE.” Radjbali ziet zijn werk als een business, maar hoewel het nu veel drukker is dan normaal gaat het hem niet om het geld. “Ik ben moslim en probeer vijf keren per dag te bidden, maar dat lukt mij vanwege vermoeidheid niet altijd. Ik vraag Allah om vergiffenis, dat de mensen die doodziek zijn snel beter worden. Of de corona snel kan stoppen, want het is gewoon geen doen meer.”
Radjbali merkt op dat hij veel COVID-19-overledenen heeft gehad die, volgens bekomen informatie, niet gevaccineerd waren. “En als ik dan aan de familie vraag ‘Bent u gevaccineerd?’, is veelal het antwoord ‘Ik zou’. Men is geschrokken van wat hun dierbaren is overkomen: de dood. Dat kan ook hen gebeuren. En men laat zich vervolgens snel vaccineren”, legt de uitvaartondernemer uit. “Dood gaan we allemaal. Is het niet door corona, dan is het morgen, of een ander dagje wel aan iets anders. De dood laat zich door niets en niemand tegenhouden.”
Dit artikel is gepubliceerd in het septembernummer van de Parbode, ook online verkrijgbaar