Krishna Mathoera, ‘Iron Lady’ op Defensie – Parbode Sneak Peek
VHP-politica Krishnakoemarie Mathoera (58) werd in mei 2020 met een overweldigend aantal stemmen herkozen tot assembleelid, maar haar politiek huis koos ervoor om haar voor te dragen voor het hoogste ambt op het ministerie van Defensie. De voormalige politiecommissaris vindt het een eer de eerste vrouw te zijn die deze ministerspost bekleedt. Zij hoopt dat vrouwen hieruit inspiratie kunnen putten en beseffen dat elke functie binnen het politie-, defensie- of veiligheidsapparaat voor hen mogelijk is. Tegenover Parbode zet de bewindsvrouw haar innovatieve plannen uiteen.
Tekst Valerie Fris Beeld Raúl Neijhorst
Mathoera voert al langer dan een jaar de scepter op Defensie. Ze illustreert de ‘fijne’ samenwerking die ze met de militairen en de politie heeft door middel van een recent voorval bij haar thuis. “Ik was op het erf met mijn kleinkind op de arm, toen twee militairen en twee politieagenten langsreden. Toen ze mij herkenden, stopten ze en keerden ze terug om mij te groeten. Ik vond dat zo bijzonder”, vertelt ze. “De goede samenwerking geldt op breder vlak ook voor het clusterteam controlehandhaving COVID-19 dat valt binnen de Raad van Ministers. Wij hebben voor het eerst meer dan vierhonderd mensen ingezet voor COVID-19-ondersteuning, voor zowel handhaving, grenscontrole, COVID-19-maatregelen als ondersteuning naar het Bureau Openbare Gezondheidszorg, de Regionale Gezondheidsdienst, enzovoorts.”
Ook met de Franse gendarmerie is er een jarenlange samenwerking. “De samenwerking met de Fransen is het afgelopen jaar geïntensiveerd. Er zijn veel Surinamers aan de Frans-Guyanese kant, vandaar dat wij gezamenlijke vaarpatrouilles hebben gehouden en mensen aanspreken. Dat is echter niet toereikend, want tot nu toe hebben wij onze eigen boten niet kunnen inzetten. Wij zijn in de afrondende fase om twee boten te kopen voor de patrouille en hopen dat wij die snel krijgen. Ik heb nieuwe plannen om zichtbaarder te worden aan de grens. De samenwerking met de Fransen gaat goed, los van de taalbarrière en het verschil in wetgeving. Ook de controle van de skalians loopt goed. Er worden geen vergunningen meer verlengd en geen nieuwe verstrekt. Wij hebben drie vaarpatrouilles gehad om de skalianhouders aan te manen uit het gebied te gaan. Toen wij aantraden, waren er ongeveer veertig skalians. De laatste informatie die wij hebben is dat er nog zo’n zes tot acht zijn, maar de skalianhouders zijn aangezegd om die te verwijderen zodra hun vergunning is verlopen. Het probleem van de skalians is hierdoor aanmerkelijk verbeterd”, zegt de minister tevreden.
Grenscontrole
“Iedereen zou via de formele immigratieposten moeten binnenkomen, maar we weten dat dit niet gebeurt. De Marowijnerivier is heel lang, het gros van de mensen meldt zich niet aan. Dat is iets wat reeds jarenlang zo is.” Volgens de minister is een van de problemen die aangepakt moet worden het feit dat er dieper in het binnenland geen immigratieposten zijn. “Niemand komt vanuit Stoelmanseiland eerst naar Marowijne om zich via die immigratiepost aan te melden om dan weer terug te gaan. Wij moeten dus meer voorzieningen treffen, maar ook de bewustwording vergroten. Wil je het probleem oplossen, dan moet je investeren en mensen bewust maken waarom het belangrijk is om via de formele posten binnen te komen, want alleen zo kan je een beter beeld hebben als overheid. Er zijn bonafide, maar ook malafide personen die de oversteek doen. Wij moeten ons als samenleving ervan bewust zijn dat iets wat jaren scheefgegroeid is, niet in een keer opgelost kan worden door bijvoorbeeld morgen honderd militairen te plaatsen bij de oostgrens. Het is een proces, maar wij moeten natuurlijk ook niet staan kijken totdat alles geregeld is”, zegt de minister. Zij benadrukt dat het ministerie zal werken aan de zichtbaarheid en een betere communicatie en dat een goede samenwerking met alle actoren zoals de districtscommissaris, de douane, de politie en Militaire Politie, wenselijk is. In dat kader is het document ‘Integrale aanpak grenscontrole Marowijne’ opgesteld dat ook zal gelden voor de Corantijnrivier. Mathoera zegt dat voor een betere controle, GPS-systemen en drones aangeschaft zullen worden voor de militairen. “Deze beleidsplannen zijn voor volgend jaar opgenomen, omdat wij dit jaar vanwege de financieel-economische situatie in het land minder moeten uitgeven. Ook moet het ministerie een schuld van SRD 55 miljoen aflossen. Het equipement van het Nationaal Leger is niet wat het zou moeten wezen, maar toch staan wij er goed voor. Wij hebben voldoende materiaal om de veiligheid aan te pakken. We moeten preventief kijken naar alle vormen van dreigingen die de veiligheid in gedrang brengen. De COVID-19-situatie heeft onze hoogste prioriteit, want dan kan de samenleving weer een beetje normaal gaan functioneren.”
Volgens de minister wordt ook het vraagstuk van illegale Cubanen en Haïtianen aangepakt. In de afgelopen periode trachtten honderden illegale immigranten ons land te verlaten. Het ministerie van Defensie greep in met opvang in een kazerne en voorzag in voeding en drank. Mathoera merkt op dat het ministerie van Ju