Geldovermakingen naar Suriname: hoe de diaspora helpt in lastige tijden – Parbode Sneak Peek
De economische en coronacrisis slaan hard toe. Sinds de geldontwaarding in Suriname vorig jaar een enorme toevlucht nam, kunnen steeds meer burgers moeilijk rondkomen. De koers steeg binnen een jaar van SRD 8 naar ruim SRD 24 voor een euro. Bij velen is de nood hoog. Maar misschien dat diasporakapitaal, hoewel een druppeltje op de gloeiende plaat, de nood kan lenigen.
Tekst Arjen Stikvoort
Met de dag stijgen de prijzen in de winkels, terwijl de salarissen allesbehalve evenredig meegroeien. Het spaarvarkentje wordt ‒ voor zover men dat al had ‒, kapotgeslagen om de laatste centen eruit te halen. Bij de één duurt dat wat langer dan bij de ander. Sinds enkele maanden tekenen zich (lange) rijen af bij geldovermakingskantoren als Western Union, Moneygram en Surichange Bank. Familie, vrienden en kennissen uit het buitenland, ook genoemd de diaspora, moeten een handje helpen om de economische pijn ietwat te verlichten.
Mevrouw G. wil liever niet met haar naam in de Parbode. Ze woont in Suriname en laat haar pensioen dat zij heeft opgebouwd in Amerika, omdat ze daar jarenlang woonde en werkte, maandelijks overmaken. Ze haalt een deel van dat bedrag op om zichzelf en haar familie in Suriname te kunnen onderhouden. “Want ik vind het vreselijk dat ik wel spullen kan kopen terwijl mijn familie pinaart. Nee, zij profiteren er ook van en dat vind ik leuk.” Ze klaagt dat boodschappen zo duur zijn geworden. “Ik haal maandelijks een bedrag op. Hoeveel ik kan innen verschilt per keer, dat is namelijk afhankelijk van de drukte. Maar 100 US-dollar is niet zoveel als je denkt. Een dagje flink boodschappen doen en de helft is al op.”
Ook Nehal staat geduldig te wachten in de rij voor het Western Union filiaal aan de Johan Adolf Pengelstraat. Het is voor hem de eerste keer dat hij van de dienst gebruikmaakt. “Ik kom een bedrag van ongeveer 100 US-dollar ophalen. Dat heeft mijn familie uit de Verenigde Staten mij gestuurd. Ik ga het puur gebruiken om een gedeelte van mijn studie te betalen. Ik kan het goed gebruiken. De economische situatie hier is slecht.”
Vertekend beeld
Sinds 1993 kunnen cliënten in Suriname gebruikmaken van de diensten van Western Union International. Ramon Hooplot is directeur van NV Caritransfer, de agent van Western Union in Suriname. Ook hij merkt dat ons land al langer dan een jaar kampt met een zeer slecht draaiende economie met daarbovenop de coronapandemie. Hoewel het misschien wel drukker is bij enkele Western Union filialen, hoeft dat niet direct te betekenen dat mensen meer geld overmaken of ontvangen. “Het is een vertekend beeld. Er zijn misschien wel meer mensen bij de filialen, maar we waren tijdens de lockdowns maar beperkt open, we waren van zeven naar drie dagen gegaan. Bovendien wordt de social distancing in acht genomen, waardoor het veel voller lijkt.” Aan het einde van de maand is het sowieso altijd drukker, zegt Hooplot. Het pensioen en de AOW worden gestort. Ook als het vakantiegeld in de maand mei in Nederland is overgemaakt, ziet Western Union meer klandizie. Hooplot verwacht dat deze zal toenemen, omdat de kosten van veel producten zijn toegenomen. De financiële hulp van familie in het buitenland zal sneller worden ingeroepen.
Het is moeilijk aan te geven of het jaarlijkse overmakingsbedrag van ruim 150 miljoen euro naar Suriname nog steeds gehandhaafd blijft. “Want er zijn meerdere bedrijven zoals Moneygram, Surichange, en het illegale circuit die een rol spelen. Bovendien reist men nu gemakkelijker en kan men ook weer geld (vreemde valuta) meenemen.” Hoeveel Western Union per transactie rekent, is niet te zeggen. “Dat heeft met zoveel zaken te maken; hoeveel je overmaakt, vanuit welk land, is er veel of weinig concurrentie, et cetera.”
Denise Jozef is ook naar de vestiging gekomen voor wat financiële armslag. Haar familie uit Cayenne ondersteunt haar zo af en toe. “Het is 50 US-dollar, maar wel elke maand. Ik heb het heel erg hard nodig voor mijn schoolgaande kinderen.”
Grace Perré wacht eveneens in de rij om haar steuntje in de rug op te halen. Zij is niet ontevreden met haar huidige salaris, maar komt maandelijks toch niet uit door alle vaste lasten. “Elke maand ontvang ik van familie in het buitenland een financiële vergoeding, die schommelt tussen de 200 en 300 euro. Ik ben er heel erg blij mee, het is echt een ondersteuning. Ik heb vier kinderen te verzorgen en alles is heel duur geworden doordat het geld steeds minder waard wordt.”
Diasporabank bij uitstek
Terence Gonesh, directeur van de Surichange Bank, zegt dat deze financiële instelling van oudsher haar oorsprong heeft in de diasporamarkt. De bank is ontstaan uit hoofde van de overmakingen van vrienden en familie uit de diaspora naar vrienden en familie in Suriname, en valuta-omzettingen voor onder andere toeristen uit de diaspora. Inmiddels is de organisatie ruim zestien jaar een bankinstelling die financiële diensten in de breedste zin aanbiedt aan zowel de Surinaamse markt als Surinamers in diaspora en remigranten die overmaken naar of investeren in Suriname. Inmiddels heeft de bank zelfs een Diasporadesk geïntroduceerd die zich specifiek met deze doelgroepen bezighoudt. “We doen naast de financiële dienstverlening aan de lokale markt, ook veel voor de groep Surinaamse Nederlanders die hun familie in Suriname ondersteunen.” De bedragen die worden overgemaakt en worden geïnd zijn niet heel groot. “Het gaat meestal om kleine bedragen van zo’n 50 tot 150 US-dollar of euro.” Maar in tijden van een economische crisis, waar Suriname vaker mee te maken heeft gehad, is deze vorm van financiële ondersteuning zeker van belang om “het hoofd boven water te houden”, betoogt Gonesh. “Klanten halen het geld op, krijgen het uitgekeerd in de gewenste valuta en gaan er vrijwel gelijk mee naar de winkel.” Het is overwegend om de eerste levensbehoeften aan te vullen. Daarnaast biedt de bank binnen geldende wet- en regelgeving producten en diensten aan voor de groep remigranten en niet-ingezetenen die bijvoorbeeld een huis willen laten bouwen of die bedrijfsactiviteiten hebben of willen opstarten in Suriname. “We hebben een solide link met de diaspora en zullen de dienstverlening de komende tijd naar een hoger niveau tillen.”
Stroeve moneyshipments
Door het loslaten van de koers afgelopen 7 juni, hanteren de banken tegenwoordig een gunstige stabiele wisselkoers, waardoor het aantrekkelijk is voor cliënten om hun vreemde valuta bij de bank te wisselen in Surinaamse dollars. Waarom er toch zo weinig contante vreemde valuta in omloop is en de banken niet makkelijk grote bedragen kunnen uitkeren, verklaart de bankdirecteur door de beperkte mogelijkheden die Surinaamse banken hebben om contante valuta te importeren. Vanwege het lopende juridische geschil in verband met de aanhouding van een geldzending van andere partijen uit Suriname, is het verschepen van vreemde valuta stroever geworden, hetgeen zijn weerslag heeft in de beschikbaarheid van cash middelen. Voor de uitbetaling van remittances bij de Surichange Bank speelt dit vraagstuk minder. “Wij kunnen uitbetalen in de overgemaakte valuta, maar we kunnen het ook tegen een gunstige koers uitbetalen in SRD indien de cliënt dit wenst.”
De trend in de wereld is om steeds minder contante transacties toe te staan en steeds meer elektronische overmakings- en betalingsverkeer te stimuleren. Dit is veel veiliger en goedkoper voor zowel cliënten als banken en draagt bij aan het voorkomen van risico’s om misbruikt te worden voor money laundering (witwassen). Daarom is het beleid van het Surinaamse bankwezen ook om zoveel mogelijk te giraliseren en cash transacties niet te stimuleren.
Veel Surinaamse burgers hebben een bankrekening, maar er zijn toch nog velen die daar niet over beschikken, geeft Gonesh aan. Het betreft veelal mensen zonder een vast maandelijks inkomen die werkzaam zijn in het informele circuit, zoals tuinmannen, taxichauffeurs, huishoudelijk personeel, medewerkers in de goudsector of de aircoman die aan huis komt, maar ook huismoeders die via de overmakingen geld ontvangen. Zij zouden op een verantwoorde wijze toegang moeten krijgen tot financiële diensten (financial inclusion) zoals betaalrekeningen, spaarrekeningen, verzekeringen en leningen om hun levensstandaard te verbeteren.
Gonesh zegt niet bij de pakken neer te zitten, maar juist de financiële crisis aan te grijpen om als bank te kijken naar mogelijkheden zoals het opnieuw ordenen van bepaalde sectoren. “Suriname is theoretisch een van de rijkste landen van de wereld. Er zijn goede economische perspectieven zoals de goud- en oliesector en met hulp van ons voormalig moederland kan onder andere ook de agrarische sector een boost krijgen om de economie een goede stimulans te geven. Maar we zullen het met elkaar moeten doen en de schouders eronder moeten zetten.”
Grotere recessie
Minister van Financiën, Armand Achaibersing, benadrukt tegenover Parbode hoe belangrijk de familiaire steun is in tijden van crisis. “We hebben in de jaren 80 en 90 waarbij er ook sprake is geweest van een economische crisis, gezien hoe belangrijk de familiaire banden zijn die we in Suriname zo koesteren. Wij zijn gewend elkaar te ondersteunen als een deel van de familie het moeilijk heeft. We zien het zelfs een beetje als een morele plicht.” In dit licht moet de steun van familie uit het buitenland (diaspora) gezien worden. Die hulp van de diaspora is dus van essentieel belang en wordt zeer geapprecieerd. “Het brengt enige mate van verlichting aan gezinnen die het moeilijk hebben. Of de steun nu in natura (pakketten) of in geld is, het vult een enorme behoefte. We zijn daar met z’n allen heel dankbaar voor.” Achaibersing merkt op dat de huidige economische crisis in Suriname erger is dan die van de jaren 80 en 90. De steun vanuit familie in het buitenland is toegenomen. We moeten evenwel naar een zodanige situatie dat hulp niet meer noodzakelijk is. “We moeten naar een economische situatie waarbij er sprake is van stabiliteit, groei en genoeg werkgelegenheid. Daaraan wordt hard gewerkt, maar iedereen moet daarin zijn rol en verantwoordelijkheid nemen.”
Hoewel veel overzeese familieleden het inderdaad als hun morele plicht zien om familie in Suriname financieel te steunen, is niet iedereen daar zonder meer enthousiast over. John, die niet met zijn werkelijke naam in de Parbode wil, woont sinds 1999 in Nederland en stuurt al vanaf 2000 geld naar familie in Suriname.
Lees dit artikel verder in het novembernummer van de Parbode, ook online verkrijgbaar