Knippaverkoop op straat: opdringerig, maar niet strafbaar – Parbode Sneak Peek
Het is al jaren een terugkerend beeld bij de verkeerslichten op de hoek van de Mr. Jaggernath Lachmon- en de Coesewijnestraat: kinderen die tussen rijdende en stilstaande auto’s hollen om knippa’s of awara’s aan de man te brengen. De onverantwoorde en levensgevaarlijke acties van de kleintjes doen de maag van menig voorbijgaande weggebruiker keren. Als het aan het Korps Politie Suriname ligt, wordt deze hossel niet meer gedoogd, vooral nu de verkopertjes baldadig gedrag beginnen te vertonen.
Tekst Naomi Hoever en Redactie Parbode
Begin augustus gingen op social media twee filmpjes viraal waarin bestuurders die weigerden om knippa’s af te nemen, door agressieve knippaverkopertjes werden gemolesteerd. Knippaweigeraars werden bekogeld met knippa’s, ook werd er gewelddadig aan autodeuren getrokken of tegen auto’s geschopt.
Dergelijk vandalisme door piepjonge opdringerige knippaverkopers die in feite hun eigen ruiten ingooien, is voor zover bekend een nieuw fenomeen.
Precies tien jaar geleden interviewden we op dezelfde locatie de tienjarige Felintine die vanaf ongeveer twee uur ’s middags tot zes uur probeerde klanten te overtuigen om knippa’s van haar eigen tuin te kopen. Op de vraag of zij het leuk vond om knippa’s te verkopen, antwoordde ze: ‘Ja, ik zie verschillende mensen die elke dag langsrijden. Er zijn dagen dat ik ongeveer SRD 5 verdien, maar soms verdien ik SRD 20. De helft van dat geld geef ik aan mijn moeder en met de andere helft koop ik schoolbenodigdheden. Ondanks dat het verboden is, moet ik toch werken’.
Als we tien jaar na dit verslag poolshoogte nemen bij de drukke verkeerskruising, komen wij op het trottoir een volwassen vrouw tegen die onder een paraplu zit. Ze is knippahoopjes aan het vormen. Twee kinderen van een jaar of twaalf staan met de trosjes knippa langs de weg. Als we de vrouw om een reactie vragen over deze activiteit, weigert ze te antwoorden en rennen de kinderen weg. Ook foto’s maken wordt ons niet toegestaan.
Lees dit artikel verder in het novembernummer van de Parbode, ook online verkrijgbaar