Bori Tori: Moi boi – Parbode Sneak Peek
“Heeeej, een bekend gezicht! Ben je van Zorg en Hoop?”, zegt een warme stem. Ik kijk in donkere glimmende ogen. Deze man heeft me geraakt met de wijk van mijn jeugd in Paramaribo. Ik probeer mijn landgenoot te herkennen vanachter de vermomming van zijn mondkapje.
Tekst Mariam Lo Fo Wong Illustratie Hedy Tjin (instagram: @hedytjin)
“Heeeej, een bekend gezicht! Ben je van Zorg en Hoop?”, zegt een warme stem. Ik kijk in donkere glimmende ogen. Deze man heeft me geraakt met de wijk van mijn jeugd in Paramaribo. Ik probeer mijn landgenoot te herkennen vanachter de vermomming van zijn mondkapje. Ik ben van huis vertrokken in het typische Hollands weer: koud, bewolkt met een miezerige regen. De diversiteit van mensen in Amsterdam voelt als een warm bad. Jaren geleden ben ik verhuisd naar een rustige stad. Maar wat mis ik mijn mensen op straat, in de winkel en de roti op de hoek. Iemand die roept dat hij me van vroeger kent, doet mijn hart smelten.
De man vraagt door: “Van welke straat ben je?” De nieuwsgierige schrijver in mij wordt wakker: “Waar heb je gewoond en op welke school heb jij gezeten?”, kaats ik de bal terug met blije ogen. Mijn landgenoot babbelt enthousiast over de buurt waar hij heeft gewoond, ken ik die en die? Over zijn moeder die nu op Latour woont. Tussendoor laat hij vallen dat hij in goud handelt en dat hij altijd eerste klas vliegt. Twee maanden terug was hij voor een week in Suriname. Ik ben jaloers, ik mis mijn familie en de warme brasa van de tropen.
“Mag ik je wat vragen?”, zegt mijn landgenoot zachtjes terwijl hij zijn hoofd schuin houdt.De oorbel in zijn oor schittert me vol verwachting tegemoet terwijl hij met zijn rechtervoet op de grond tikt. Ik haal mijn hand door mijn haar en droom terug naar mijn ouderlijk huis op lage neuten, met papaja- en bananenbomen op het erf, de grote struiken varens en fayalobi. Ik ruik onze jasmijnbloemen en hoor het verkeer in de straat toeterend voorbij racen. Ik sta bij de poort tori te praten met mijn vriendinnen. Soms een boi die durft om dichterbij te komen. Wanneer er één op zijn brommer stopt, is mijn vader toevallig in de buurt om nét die ene struik bij de poort te snoeien met onze grootste heggenschaar.
De stem van mijn landgenoot dreunt door. “Ben je vrijgezel”, vraagt hij vrijpostig. Zijn ogen priemen in de mijne en willen me niet loslaten.
Lees dit artikel verder in het novembernummer van de Parbode. Een (online) abonnement ook mogelijk