Memre: Henri James Mac-Donald
Henri James Mac-Donald was meer bekend onder zijn tweede voornaam. James werd op plantage Friendship geboren als zoon van Egbertus Mac-Donald en Cornelia Verwey. Hij bezocht de openbare basisschool van Totness en kreeg op zijn twaalfde het getuigschrift.
Tekst Carl Breeveld
Er was daar toen geen vervolgonderwijs. ‘Meester, yu no kan hori a boi tu yari gi unu?’, was het verzoek van vader Egbertus. Daarop werd positief gereageerd en James mocht twee jaar extra onderwijs genieten. Daarnaast werkte hij samen met zijn vader die in de kokosolieproductie zat. Hij verdiende wat door het kweken van varkens samen met zijn moeder. ‘Ik heb ook samengewerkt met mijn grootvader die botenmaker was en met oom Fung Loi, een neef van mijn vader, die zich vanuit Nickerie in Coronie als kleermaker vestigde. Van een andere neef van mijn vader leerde ik het monteursvak’, vertelde hij in een interview. In 1945 kwam zijn oom, de onderwijzer Walther Mac-Donald, vanuit Paramaribo naar Coronie. Hij ontdekte dat James verder wilde studeren. In gesprek met de toenmalige schoolleider Montpellier besprak hij de mogelijkheid om de hulpakte voor onderwijzers in het district te behalen. James schreef zich in, maar na twee maanden werd Montpellier overgeplaatst naar de Hendrikschool in Paramaribo en de opleiding werd stopgezet. ‘Ik bleef echter met zelfstudie bezig en dat viel Emile Wijntuin, die ook onderwijzer was, op. Hij stimuleerde mij om naar Paramaribo te verhuizen en daar mijn studie voort te zetten’, herinnerde James zich. Oom Walther nam hem daarom in 1946 mee naar de hoofdstad. Hij behaalde zijn hulponderwijzersakte, studeerde verder en behaalde meerdere diploma’s. Een van zijn leraren was de jonge wiskundedocent Runaldo Venetiaan. Hij heeft zeventig jaar gewoond aan de Anton de Komstraat en stond bekend als de lopende encyclopedie van de familie. Mac-Donald was actief lid van de Nationale Partij Suriname (NPS) en zeer betrokken bij de politieke ontwikkelingen. Hij bespeelde het orgel in verschillende kerken. Hans Breeveld, die als jongeman vaker bij hem langskwam, geeft aan dat oom James altijd in was voor gesprekken over de politiek. “Toen ik minister werd in een kabinet onder Jules Wijdenbosch kreeg ik via een NPS-informant te horen dat hij daar zeer boos over was.” James zei daarbij: ‘Efu a vent poti en poot dyaso, mi e skopu en fu a prasi!’. Hans geeft aan dat zijn anti-houding veranderde. “Na enige tijd en door bemiddeling van Rufus Nooitmeer werden bruggen geslagen en was het James Mac-Donald die mij een brasa kwam geven.” James heeft in het onderwijs een lange staat van dienst. Van de basis- tot de middelbare school heeft hij zich ingezet om jonge Surinamers te vormen. Een rekengenie, zo zou hij gerust genoemd kunnen worden.
Dit artikel is gepubliceerd in het decembernummer van de Parbode, ook online verkrijgbaar