Memre: Frits Emile Rudolf Adriaans
Frits Adriaans’ respectabele leeftijd van 105 jaar bij zijn overlijden, wekte mijn nieuwsgierigheid. ‘Hoe heeft deze man aan zijn leven invulling gegeven?’, was voor mij de leidende vraag. Hij was zoon van Julius Adriaans en Christine Grootfaam. Vader overleed toen hij elf jaar was en moeder ging verder met negen kinderen totdat zij op 81-jarige leeftijd stierf. Bethlehem aan de Boven-Commewijne was de plantage waar hij opgroeide.
Tekst Carl Breeveld
Op Potribo stond de EBG-kerk waar hij vanaf zijn vijftiende actief bij betrokken was. ‘Ik werd als jongeman als lampenist aangesteld’, wist hij vol trots aan zijn familie te vertellen. Een lampenist deed toen dagelijks de olielampen aan. Met grote betrokkenheid ondersteunde hij predikanten die in die omgeving dienden. Hij wist het rijtje op hoge leeftijd nog keurig op te noemen: ‘Ds. De Rijp, ds. Sluisdom, ds. Gaander, ds. Vrij, ds. Gessel, ds. Gilly Polanen’. Hij legde zijn geloofsbelijdenis af en werd dienaar in de kerk. Adriaans trad in 1939 in het huwelijk met Anna Frederika Dankers. Tien jaar later verhuisde hij naar Moengo om bij Suralco in de potroom te werken. Van werkers op deze afdeling wordt beweerd, dat die vaak hun pensioen niet halen. Het tegendeel is door Adriaans bewezen. In Moengo werden negen kinderen geboren. ‘Ik werd in 1960 aangesteld als voorlezer in de kerk op Moengo, een soort hulppredikant’, vertelde hij. Adriaans las veel en was betrokken bij de begi, een gebedsvereniging. Zijn familie laat twee van zijn uitspraken vastleggen: ‘Tot hiertoe heeft de Here ons geleid’ en ‘Te trutru doro, ley e lowe’. Zijn kleindochter Rachelle heeft zijn vaste leefpatroon op hoge leeftijd tot aan zijn heengaan meegemaakt. “Hij werd om 5 uur wakker, luisterde naar de morgenwijding, viel daarna weer even in slaap tot half 7. Daarna volgde het bad en het ontbijt. Hij luisterde door de dag heen naar Radio Shalom en Radio Apintie, had rond twaalf uur een tussendoortje en omstreeks 4 uur de middagmaaltijd. Orcine, zijn oudste dochter, belde hem vanuit Nederland steevast om 5 uur. Na het avondeten en luisteren naar de radio, viel hij rond middernacht in slaap.” Voor zijn verdiensten kreeg hij de onderscheidingen Ridder in de orde van Oranje Nassau, de Ere-Orde van de Palm en de Ere-Orde van de Gele Ster. Adriaans vestigde zich na zijn pensionering in Paramaribo. “Hij was een zorgzame vader en grootvader en stond altijd klaar om te helpen”, vertelt Rachelle enthousiast. Met zijn vrouw mocht hij zowel het gouden als het diamanten huwelijk vieren. Helaas kwam Anna hem in 2001 te ontvallen. “Opa Emile is gezegend met twintig kleinkinderen en 21 achterkleinkinderen, terwijl hij en zijn vrouw de eerste tien jaar van hun huwelijk kinderloos waren”, herinnert Rachelle zich. Adriaans vertrouwde haar vlak voor zijn heengaan toe: ‘Ik kan niet meer, regel alles zoals wij hebben afgesproken’.
Dit artikel is gepubliceerd in het januarinummer van de Parbode, ook online verkrijgbaar (www.parbode.com/abonneren/)