Noot zoekt markt: Tu-há olie uit Alalapadu verkoopt niet – Parbode Sneak Peek
Het gaat niet goed met de notenfabriek in Alalapadu, een inheems dorp in Zuid-Suriname. De notenolie die hier wordt gemaakt, wordt niet verkocht, en dus zijn de werknemers gestopt met werken. Maar volgens Conservation International Suriname, die het project financiert, is er een andere oorzaak voor de stille fabriek: “Er heeft zich een alcoholprobleem gemanifesteerd in het dorp.”
Door Zoë Deceuninck
Een haan kraait, om onze oren bromt een vlieg en regendruppels vallen bijna geluidloos op het dak van de tukusipan, het ronde gemeenschapshuis in Alalapadu, een Trio-dorp in Zuid-Suriname. Het wachten is op Tipane Padoe, bedrijfsleider van de plaatselijke Tukha notenfabriek, met wie we bijna een uur geleden hebben afgesproken voor een interview. Net wanneer we denken dat hij ons vergeten is, zien we beweging in de verte. Padoe komt langzaam de heuvel oplopen, een hoofdtooi op zijn hoofd en een groepje nieuwsgierigen in zijn kielzog. “Gisteren was iemand jarig, en er was nog een beetje kasiri over”, zegt Padoe wanneer hij de tukusipan binnenloopt. Kasiri is een traditioneel cassavebier dat graag gedronken wordt in Zuid-Suriname. Padoe schudt lachend zijn hoofd, alsof hij de herinneringen aan de vorige avond van zich af wil schudden, en gaat zitten. Maar al meteen bij onze eerste vraag betrekt zijn gezicht en slaakt hij een zucht. “Het gaat niet zo goed met ons. We hebben hier een fabriek waar we olie maken, maar die wordt niet verkocht omdat er geen klanten zijn die deze willen kopen. Misschien kunt u helpen om klanten voor ons te zoeken?” Het is de eerste, maar zeker niet de laatste keer dat Padoe onze hulp vraagt voor de verkoop van ‘zijn’ notenolie. Naarmate het interview vordert, wordt de vraag dwingender. De situatie in Alalapadu, de thuisbasis van ruim honderd inheemsen, is dan ook niet rooskleurig.
‘Geld is onze motivatie’
Op enkele minuten lopen van de tukusipan staat de notenfabriek van Stichting Tukha Alalapadu, waarvan Padoe bestuurslid is. Buiten op een tafel ligt een hoop geroosterde noten onder een zeil, binnen is het stil. “Er wordt al geruime tijd niet gewerkt”, zegt Padoe, die ons na het interview vergezelt op een rondleiding door de fabriek. Onder twee lange aluminium tafels staan tientallen liters olie te bederven. “Straks moeten we dit weggooien, want we krijgen de olie niet verkocht”, zegt hij. “Daarom komen de mensen niet meer werken.” Het nieuwe, lege magazijn doet bijna pijn aan onze ogen. “We kunnen niet verder werken en dan verkopen we niet, dat heeft geen zin”, zegt de 45-jarige bedrijfsleider.
Alalapadu telt zo’n 23 huishoudens. Het heuvelachtige landschap heeft een lagere school, een polikliniek, een kerk, een vliegveld en nu een notenfabriek. Er zijn geen winkels. Alleen de fabriek heeft internet en een wateraansluiting. Elektriciteit wordt er opgewekt met zonne-energie.
Lees verder in het meinummer van de Parbode
Wilt u informatie over het afsluiten van een (digitaal) abonnement?
Klik op www.parbode.com/abonneren