Voorwoord: Sungutori
Bewoners van transmigratiedorpen in Brokopondo beleefden eerder dit jaar een akelig gevoel van déjà vu nadat (rivier)water hun huizen, recreatieoorden en kostgrondjes metershoog binnendrong. In de jaren 60 raakten velen al huis en haard kwijt toen het pas aangelegde Brokopondostuwmeer complete woongebieden opslokte.
Evenals toen worden deze getroffen landgenoten nu min of meer aan hun lot overgelaten ondanks het water ze al maanden tot aan de lippen staat. Dat aan extreme neerslag niet veel valt te doen, staat als een paal boven water. Maar waar wel op ingespeeld had kunnen worden, zijn de verwachte gevolgen van klimaatverandering en adequate ondersteuning van getroffen bewoners. Het is voorts ronduit kwalijk dat er vanuit ’s lands top maandenlang bitter weinig empathie en verantwoordelijkheidsgevoel naar de plaatselijke bevolking wordt getoond. De getroffenen in de overstroomde dorpen hadden het evenwel aan hun water kunnen voelen dat politieke toppers zich eerder druk zouden maken om hun zoveelste snoepreisje. Noodhulp in de vorm van bijvoorbeeld tenten, mobiel sanitair, voedsel(pakketten), drinkwater, rubberboten, laarzen of evacuatie was dan ook lange tijd ver te zoeken. De regering leek zich er vervolgens wel erg makkelijk van af te willen maken door de hulpbehoefte op het bord van onder andere Holland te leggen. De vraag is echter wat deze apathische overheid zelf doet om de nood van haar burgers te lenigen alvorens zij een vreemde mogendheid bedelt om noodhulp.
Overigens, ook de plaatselijke multinationals keken maandenlang suf toe hoe het waterleed in het rampgebied steeds nijpender werd. In ieder geval is hulp – liever te laat dan nooit – meer dan welkom. Dat zal zeker het geval zijn als miljoenenbesparingen vanwege extra hydro-energie richtig door lanti worden aangewend en niet aan bijvoorbeeld snoepreisjes en onzinnige ambassades.