Memre: Lugén de Freitas (1930-2022)
Lugén de Freitas groeide op aan de Gravenstraat 106 samen met drie zussen en drie broers onder de zorg van Maria de Freitas, hun alleenstaande moeder. Op jonge leeftijd verloor hij een broer en een zus. Drie anderen uit dat gezin vertrokken voorgoed naar het buitenland. Na het overlijden van een zus nam hij gedeeltelijk de zorg voor haar minderjarige kinderen op zich.
Tekst Carl Breeveld
Hij en zijn zus Ina waren de twee laatsten die uit dit gezin nog in leven waren. Beiden overleden echter binnen een week. Haar crematie vond op dezelfde dag plaats als zijn begrafenis.
De Freitas begon bij de overheid te werken als kantoorklerk en fungeerde ook als huwelijksambtenaar. Hij heeft enige tijd op het ministerie van Financiën gewerkt. Andre Lisse, de toenmalige directeur, sprak vol lof over zijn verrichtingen. Na deze periode heeft hij voornamelijk buiten Paramaribo gewoond en gewerkt. In Commewijne, Marowijne, Coronie en Nickerie diende hij als districtssecretaris en nam hij op verschillende momenten waar als districtscommissaris. In het grensstadje Albina stond hij bekend om zijn strak beleid. Surinamers die met producten uit Frans-Guyana kwamen, moesten – zonder aanzien des persoons – invoerrechten betalen. Regels waren voor hem regels. Hij ging op zijn 55e met pensioen. Volgens zijn familie, teleurgesteld, vanwege het feit dat zijn benoeming tot districtscommissaris uitbleef.
Bij de Boy Scouts gaf hij mede leiding aan de Oranje Dassers, waarvan wijlen dr. Johan Ferrier de oprichter was. Met deze jongeren is De Freitas vaker naar Curaçao geweest. Bij terugkeer kon hij vol trots vertellen over hun successen in de verschillende takken van sport. Hij was sportman in hart en nieren, zoals zijn familie dit verwoordt. Voet-, basket- en korfbal waren geliefde sporten, evenals badminton en tennis. In de voetbalwereld stond hij bekend als Pienie. Zijn favoriete internationale voetbalteam was Brazilië. Deelname aan de wandelmars en het spelen van bridge en matjok waren regelmatige bezigheden. Bekers en medailles zijn het bewijs van zijn intensieve betrokkenheid bij de sport.
De Freitas danste jarenlang in een Javaanse vereniging die krontjongmuziek maakte. Hij was een charmeur, een levensgenieter en in het maatschappelijk leven een graag geziene figuur. De Freitas trouwde achtereenvolgens met Johanna Freudenborg en Norine Wouden. Tegenslagen zijn hem niet bespaard gebleven. Twee van zijn zonen, Lucinto en Johan, kwamen hem in de bloei van hun leven te ontvallen.
Op latere leeftijd worstelde hij met een fragiele gezondheid. Het praten lukte hem nauwelijks, vanwege een gezwel in het gezicht. Tijdens de uitvaart werd zijn positieve houding benadrukt. ‘Als de artsen zeggen dat er geamputeerd moet worden, dan doen we dat’, zei hij toen dit aan de familie werd voorgesteld. Zijn zoon Lucius, die het dankwoord bij het graf deed, gaf aan dat de rust die zijn vader uitstraalde hem altijd zal bijblijven.
Dit artikel is gepubliceerd in het augustusnummer van Parbode, nu in de winkel (in Suriname) en ook online verkrijgbaar (www.parbode.com/abonneren/)