Chinese schuld hangt als donkere wolk boven Surinaamse economie – Parbode Sneak Peek
De Chinees-Surinaamse betrekkingen gaan terug tot 1853. Afgelopen oktober was het precies 170 jaar geleden dat de eerste Chinese contractarbeiders voet aan de grond zetten in Suriname. Inmiddels is de groep uitgegroeid tot een economische macht die ook op politiek niveau haar invloed doet gelden. Voor wat betreft onze bilaterale relaties met China is het Aziatische land de enige schuldeiser met wie Suriname nog geen herstructureringsovereenkomst heeft gesloten. Alle ogen richten zich nu op president Santokhi, die binnenkort naar China gaat in een poging de plooien glad te strijken.
Tekst Zoë Deceuninck
Niemand in Suriname ontkomt nog aan de aanwezigheid van China. Het Chinees fonetisch alfabet is overal: op de gevels van supermarkten, slagerijen, bakkerijen, bouwmaterialenzaken, kappers en restaurants. Wie naar de winkel gaat, gaat naar ‘de Chinees’, en de man achter de kassa wordt aangesproken met ‘omu’– ‘oom’ in het Sranan. Er zijn kranten en televisiestations in het Chinees, er is een Chinese school, een Chinese bank en het Chinees Nieuwjaar is sinds 2015 een nationale vrije dag.
Lange geschiedenis
De aanwezigheid van China in Suriname heeft een lange geschiedenis. Chinezen zijn de eerste contractarbeiders die naar Suriname werden gebracht, tien jaar voordat de slavernij werd afgeschaft in 1863. De toenmalige plantagehouders in Suriname vreesden voor een tekort aan arbeidskrachten als de slavernij zou worden afgeschaft, en vroegen het gouvernement steun bij het werven van arbeiders uit het buitenland.
Lees verder in het december/januari-dubbelnummer van Parbode, nu in de winkel
Wilt u informatie over het afsluiten van een (digitaal) abonnement?
Kijk op www.parbode.com/abonneren