Voorwoord: Boutilda took our money and run Venezuela
In ons land komt het meer dan eens voor dat manjadieven als ‘busmeti’ worden beschoten en kruimeldieven vanwege kleine vergrijpen jaren moeten brommen. Hoe anders is het gesteld met bepaalde hoge pieten die miljoenen achterover drukken en onverstoord de grote excellentie in stropdas uithangen. Het is namelijk publieksgeheim dat, dwars door de politieke partijen heen, ‘Mama Lanti’ als een grote ‘graai-patu’ wordt misbruikt en een vet oogje wordt dichtgeknepen wanneer misdaden van grote boys and girls naar boven drijven.
Met dooddoeners als ‘de kwestie is gemeld bij het Openbaar Ministerie’ of ‘er is een onderzoekscommissie benoemd’, verdwijnen deze zaken na enige tijd stevig in de doofpot. En mochten de schandalen dermate ernstig zijn dat er geen keus is dan justitie erbij te betrekken, dan is het niet zelden dat het onderzoek tergend langzaam verloopt of verdachten ruim baan krijgen om ongehinderd het hazenpad te kiezen.
In plaats van klopjachten houden op bijvoorbeeld boefjes of burgers die de president hebben beledigd, wordt het dan ook hoog tijd de focus nu eens te gaan leggen op de witteboordencriminelen die voor honderden miljoenen schade berokkenen aan land en volk. Het is ronduit misdadig dat dit soort bandieten de rode loper uitgerold krijgen en met zachte landingen worden geaccommodeerd, terwijl manjadieven bij wijze van spreken standrechtelijk worden geëxecuteerd. Het recentste voorbeeld van een zachte landing betreft de veroordeelde voortvluchtige topper ‘Boutilda’, who, om in termen van wijlen Harry Belafonte te praten, took our money and run Venezuela. Aan figuren zoals Boutilda en co wordt tupatdrai de gelegenheid gegeven een spoor van verderf achter te laten, waarbij ook nog een achterbaks a-no-mi-toneelstuk wordt opgevoerd om dergelijke toppers niet achter de tralies te zetten. Maar ja, when money talks…